I
-2-
8e huurderving voor zover deze verband houdt met het treffen van
voorzieningen;
9e renteverlies voor zover dit verband houdt met het treffen van
voorzieningen;
10e technisch onderzoek aan de woning;
11e adviezen van deskundigen op het gebied van constructies of op
installatietechnisch of bouwfysisch gebied;
12e de administratie ten behoeve van de voorbereiding en de uit
voering van de werkzaamheden;
13e een vergoeding van door de verhuurder verstrekte tegemoet
komingen voor door de huurder met toestemming van de verhuurder
aangebrachte voorzieningen, voor zover deze gehandhaafd kunnen
blijven en een of meer van de te treffen voorzieningen overbodig
maakt of maken, of
14e kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de onder le
tot en met 13e genoemde kosten redelijkerwijs niet voorzienbaar
waren;
i) kosten van vergelijkbare nieuwbouw: de bouwkosten van, met de woning
waaraan voorzieningen worden getroffen naar het oordeel van de
minister vergelijkbare, nieuwe woningen;
j) verlenen van geldelijke steun: het door burgemeester en wethouders
jegens een aanvrager aangaan van de verplichting tot het ter be
schikking stellen van een bijdrage ineens in de kosten van een
voorziening;
k) huurprijs: de tot een bedrag per jaar herleide prijs welke bij huur
en verhuur is verschuldigd voor het enkel gebruik van de woning;
1) plan: de opsomming van alle voorzieningen zoals die op het door
burgemeester en wethouders voorgeschreven formulier door de aan
vrager zijn vermeld, vergezeld van alle voorgeschreven gegevens;
m) bewoner: een persoon die, met toestemming van de eigenaar, in de
woning zijn hoofdverblijf heeft;
n) huurder: degene die in een woning zijn hoofdverblijf heeft en
krachtens een huurovereenkomst als bedoeld in artikel 1584 van het
Burgerlijk Wetboek, in het genot van de woning is;
o) toegelaten instelling: een toegelaten instelling als bedoeld in
artikel 59, eerste lid, van de Woningwet (Stb. 1962, 287);
p) niet-winstbeogende instelling: een door de minister erkende niet-
winstbeogende rechtspersoon, werkzaam op het terrein van de
volkshuisvesting, niet zijnde een toegelaten instelling;
q) sociale verhuurder: een toegelaten instelling, een niet-winstbeogende
instelling of de gemeente;
r) particuliere verhuurder: verhuurder, niet zijnde een sociale ver
huurder;
s) BKOde binnenwerkse kernoppervlakte, gemeten volgens punt 2.4.4
van de NEM-norm 2320 (1962), met aanvullingsblad uit 1975, uit
gegeven door het Nederlands normalisatie-instituut.
1.2 In deze verordening wordt mede verstaan onder:
a) woning:
le een woongebouw in de zin van de Woningwet;
2e een afzonderlijk gedeelte van een gebouw, welk gedeelte tot
bewoning is bestemd;
3e een zich op een erf van een tot bewoning bestemd gebouwde
bevindend gebouw, dat bestemd is voor en dient als bergruimte,
garages daaronder niet begrepen; of
-4e-