GEMEENTE HOEVEN
De raad van de gemeente Hoeven,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
gelet op artikel 17 van de destructiewet;
besluit:
1in te trekken de destructie-verordening voor de gemeente Hoeven
(vastgesteld 13 november 1958 en gewijzigd bij besluiten van 12 september
1963 en 22 november 1979);
2. Vast te stellen de navolgende:
Verordening van de gemeente Hoeven op de destructie.
1Begripsbepalingen
Art. 1. Deze verordening verstaat onder "wet": Destructiewet;
"direkteur"de direkteur van kring 12 van de Rijksdienst voor
de keuring van Vee en Vlees, zoals deze is vastgesteld bij
besluit van de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij van
20 mart 1984 nr. J7845 (Stcrt.62);
"aangifte-plichtige"degene, die als eigenaar of houder van
destructiemateriaal ingevolge de wet verplicht is daarvan
aangifte te doen;
"ondernemer": de natuurlijke of rechtspersoon, aan wie een vergunning,
als bedoeld in artikel 5 der wet, is verleend
en in wiens krachtens artikel 10 der wet vastgestelde gebied
de gemeente is gelegen;
"destructor": inrichting, uitsluitend of in hoofdzaak bestemd
tot het door verwerking onschadelijk maken van destructie
materiaal, voor welke aan de ondernemer een vergunning is
verleend, als bedoeld in artikel 5 van de wet;
"destructiemateriaal"materiaal van dierlijke herkomst,
bedoeld in artikel 2 der wet:
"destructiemateriaal A": doodgeboren slachtdieren, alsmede
gestorven of in nood gedode slachtdieren, welke onbruikbaar
moeten worden gemakt voor voedsel voor mens en dier,
zonder dat een nader onderzoek ingevolge de Vleeskeuringswet
plaats heeft gevonden;
"destructiemateriaal B": destructiemateriaal, bedoeld in artikel 2,
eerste lid, sub b, f en h, der wet;
"destructiemateriaal C": mteriaal van dierlijke herkomst, dat na
een nader onderzoek ingevolge de Vleeskeuringswet voor destructie
bestemd is en zich tot het tijdstip van ophalen door de ondernemer
onder beheer of toezicht van de direkteur bevindt.
2.