GEMEENTE HOEVEN
1e Wijziging van de "Verordening toeristenbelasting"
De gemeenteraad van Hoeven,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders
d.d. 30 januari 1987; gelet op de artikelen 272, letter g, en
27 6 van de gemeentewet;
besluit:
de "Verordening op de heffing en invordering van een toeristen
belasting" te wijzigen als volgt:
ARTIKEL I
In artikel 1 worden de woorden "op een kampeerplaats of een
boerderij in de zin van de Kampeerverordening Noord-Brabant"
geschrapt
ARTIKEL II
Het in het eerste lid van artikel 6 bepaalde wordt vervangen
door
a) Het aantal personen, dat heeft overnacht, wordt met betrekking
tot vakantieonderkomens en vaste standplaatsen bepaald op
2,7.
b) Het aantal malen, dat door de onder letter a, bedoelde per
sonen gedurende een vooraf in de administratie vastgelegde
periode in vakantieonderkomens en op vaste standplaatsen
wordt overnacht, wordt
- voor één jaar bepaald op 205,20
- voor één seizoen bepaald op 186,30
- voor één maand bepaald op 63,88
- voor elke maand meer bepaald op 23,38
c) De met onder de letters a en b vermelde aantallen berekende
tarieven worden naar beneden afgerond op hele guldens.
ARTIKEL III
Na artikel 7 wordt het artikel 7a tussengevoegd luidende:
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf door
degene
a. die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot
verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van
hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;
b. die als gebruiker van een woonwagen of woonschip als
bedoeld in de Woonwagenwet (Stb. 1968, 98), onderscheidenlijk
in de Wet op de woonwagens en woonschepen (Stb. 1918, 492),
daarin overnacht;
c. die verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter
zake van het verblijf in of het beschikbaarhouden van die
woning, woonforensenbelasting is verschuldigd;
d. wiens verblijf tot doel heeft het volgen van een opleiding
tot een geestelijk ambt.
- ARTIKEL IV-