- 9 - MACHTIGING TOT OVERDRACHT VAN BEVOEGDHEDEN. Artikel 11. Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeehte-ambtenaren aanwijzen, die in hun plaats treden met betrekking tot de uit voering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing van een in artikel 1 bedoelde belasting. NAKOMING VAN VERPLICHTINGEN. Artikel 12. De verplichtingen, als bedoeld in de artikelen 47, 50 en 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen jegens burgemeester en wethouders, gelden mede jegens de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren der gemeentelijke belastingen. INWERKINGTREDING: CITEERTITEL EN INTREKKING BESTAANDE VERORDENING. Artikel 15. 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin de Koninklijke goedkeuring is verleend. 2. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening onroerend-goedbelastingen" 3. Met ingang van de datum waarop deze verordening in werking treedt vervalt de Verordening onroerend-goedbelastingen, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 september 1983, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 25 januari 1984, nr. 17, met dien verstande dat bedoelde verordening, van kracht blijft voor de belastingjaren waarvoor zij heeft gegolden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de secretaris, de voorzitter, K.C.M. van de Pol A.E.W. Osterloh Coll.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1987 | | pagina 41