I -5- 10. In afwijking in zoverre van het bepaalde in de leden 2 tot en met 4 wordt met betrekking tot het onroerende goed dat tot woning dient en deel uitmaakt van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 (Stb. 63) aangewezen landgoed, de waarde in het economische verkeer bepaald met inachtneming van eèn onderstelde verplichting om dat goed gedurende een tijdvak van 25 jaren als zodanig in stand te houden en geen opgaand hout te vellen anders dan volgens de regelen'vannormaal oosDeneeï noodzakelijk of gebruikelijk is. Artikel 4. 1. De heffingsgrondslag wordt vastgesteld naar de toestand op 1 januari 1983 en vervolgens naar de toestand op een tijdstip dat telkens vijf jaren later valt. 2. Een op de voet van het eerste lid vastgestelde heffingsgrondslag vindt toepassing voor elk belastingjaar vallende in een tijdvak van vijf achtereenvolgende jaren, welk tijdvak aanvangt op het tijdstip dat een jaar later valt dan dat waarnaar die heffingsgrondslag laatstelijk is vastgesteld. 3. Indien met betrekking tot een onroerend, goed bij het begin van het belastingjaar een in artikel 6 bedoelde vrijstelling niet meer kan worden toegepast, wordt de heffingsgrondslag alsnog vastgesteld op de onderstelde waarde in het economische verkeer, welke aan dat onroerende goed zou zijn toegekend op het direct aan dat belastingjaar voorafgaande tijdstip dat ingevolge het bepaalde in het eerste lid in aanmerking zou zijn genomen, indien op dat tijdstip die vrijstelling niet van toepassing was geweest. De aldus vastgestelde heffingsgrondslag vindt toepassing voor elk belastingjaar - indien en voor zover daarvoor de evenbedoelde vrijstelling niet van toepassing is- vallende in een tijdvak als bedoeld in het tweede lid. 4. Indien de heffingsgrondslag op de voet van het eerste of het derde lid is vastgesteld en op enig tijdstip gedurende de eerste-vijf jaren na een tijdstip als bedoeld in het eerste lid de waarde in het economische verkeer wijziging ondergaat als gevolg van, hetzij bouw, daaronder begrepen verbouwing, of -afbraak-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1987 | | pagina 36