GEMEENTE HOEVEN
Agendanr.: 14 Raadsvergadering d.d. 9 juil 1937.
Onderwerp: Voorstel tot het indienen van bezwaren tegen het plan van toedeling van
de ruilverkaveling Oud-Gastel/Oudenbosch.
Hoeven, 12 juni 1987.
Het plan van toedeling van de ruilverkaveling Oud-Gastel/Oudenbosch
heeft van 1 juni tot en met 30 juni 1987 voor een ieder ter inzage ge
legen.
Tot 14 juli a.s. bestaat voor iedere belanghebbende de mogelijk
heid hiertegen schriftelijk bezwaren in te dienen bij de landin
richtingscommissie
Wij zijn van mening, dat er voor de gemeente Hoeven aanleiding be
staat om tegen een drietal onderdelen van voornoemd plan bezwaar te
maken.
Het eerste bezwaar houdt verband met de mestkwestie aan het Gors.
Door het betreffende perceel alsnog aan de gemeente toe de delen, in
ruil voor een tweetal andere kavels zou voor dit probleem een oplossing
gevonden kunnen worden.
Op de tweede plaats is destijds door de gemeente een tweetal percelen,
n.l. sectie E nrs. 1224 en 1225, aangekocht tegen een behoorlijke
prijs en met het oog op de doortrekking van de Heistraat.
In het plan van toedeling krijgt de gemeente slechts een deel van
beide percelen toegewezen. Continuïteit in de volledige eigendom wordt
door ons wenselijk geacht gezien het financiële aspekt en vanwege de
mogelijkheid het beoogde doel nog te realiseren.
Het laatste bezwaar heeft betrekking op kavel 024058. De pacht
van dit kavel wordt in het plan van toedeling aan een persoon toe
gedeeld.
Een deel ervan was reeds aan een ander verpacht, hetgeen bij
de landinrichtingscommissie echter niet was geregistreerd.
Door het tijdig indienen van bezwaren treedt voor de landin-
richtingscommissiè de verplichting in werking om deze bezwaren te
onderzoeken en te trachten overeenstemming te bereiken (art. 172
landinrichtingswet). Voorzover er overeenstemming is verkregen,
wijzigt de landinrichtingscommissie zonodig de lijst van recht
hebbenden.
Op deze wijze wordt de mogelijkheid geopend voor een oplossing
van met name de problemen onder 1) 3)> zoals aangegeven in bijge
voegde brief.
Dê commissie Openbare Werken is gehoord en heeft met betrekking
tot dit voorstel positief geadviseerd, met dien verstande dat in
het bezwaarschrift sterker tot uiting gebracht zou moeten worden,
dat daar waar de inbreng van de gemeente ligt, in casu nabij de
Heistraat, de gemeente het grootste belang heeft bij en derhalve
het sterkste recht heeft op toedeling in dat gebied.
-Het-