GEMEENTE HOEVEN
De raad van de gemeente Hoeven,
overwegende, dat het wenselijk is een verordening vast te stellen
met betrekking tot een commissie, welke zich bezighoudt met het toetsen
van aanvragen om goedkeuring tot het werken met behoud van uitkering,
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Hoeven d.d.
24 april 1987; nummer
gelet op artikel 61 juncto artikel 63 van de gemeentewet.
BESLUIT
vast te stellen de navolgende verordening inzake het beslissen op
aanvragen om goedkeuring tot het verrichten van onbeloonde arbeid met
behoud van uitkering (Verordening Regionale Toetsingscommissie).
Hoofdstuk I: Samenstelling, benoeming en zittingsduur.
Artikel 1.
1. De commissie bestaat uit de volgende leden:
a. twee leden als vertegenwoordigers van de (centrale) werknemersorganisaties
b. twee leden als vertegenwoordigers van de (centrale) werkgeversorganisaties
c. één lid als vertegenwoordiger van de organisatie, die werkzaam is ten
behoeve van werkloze werknemers;
d. twee leden aan te wijzen door de in het werkingsgebied van de commissie
gelegen gemeenten.
2. De commissie heeft voorts de volgende adviserende leden:
a. één lid, zijnde de Hoofdinspecteur/Directeur voor de Arbeidsvoorziening
of een door hem aangewezen ambtenaar;
b. één lid, zijnde Rijksconsulent Sociale Zekerheid voor Noord-Brabant van
het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid of een door deze
aangewezen ambtenaar;
c. één lid, zijnde de Rijksconsulent handel, ambachten en diensten voor
Noord-Brabant van het Ministerie van Economische Zaken of een door deze
aangewezen ambtenaar;
d. één lid, zijnde de directeur van het Werkvoorzieningsschap Westelijk
Noord-Brabant of een door deze aangewezen ambtenaar.
3. Indien de leden van de commissie, als bedoeld in het eerste lid, unaniem van
oordeel zijn, dat uitbreiding van de commissie wenselijk is, kan iedere
organisatie ten hoogste nog één persoon voor benoeming voordragen.
4. De leden van de commissie hebben zitting in de commissie tot het in werking
treden van de Wet Onbeloonde Arbeid door Uitkeringsgerechtigden.