I 1 I -6- langere rijd blijken te vergen of aan campings die buiten het seizoen gesloten zijn. Met betrekking tot de in het eerste lid, onder b. genoemde intrekkingsgrond (intrekking in verband met gewijzigde omstandigheden of inzichten) zij opgemerkt, dat bij gebruikmaking daarvan de motivering aan zware eisen dient te voldoen. Het betreft immers omstandigheden waarop de betrokken ondernemer doorgaans geen invloed kan uitoefenen. Voorts mag hij erop vertrouwen dat een aan hem verleende vergunning normaal gesproken in stand blijft temeer gelet op de financiële consequenties. Het in het tweede lid bepaalde is gelijk aan de procedure in artikel 30 f, vierde lid, van de wet met betrekking tot intrekking van de aanwezigheidsvergunning voor speelautomaten Artikel 10 1Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen drie maanden een nieuwe vergunning te worden aangevraagd. 2. In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen één maand na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd. 3. Zolang op een tijdig ingediende aanvrage niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden .an de van rechtswege vervallen vergunning. Toelichting: Het eerste lid van het onderhavige artikel beoogt aan de erfgenamen bij overlijden van een ondernemer enig respijt te geven cm zich te beraden over de al dan niet voortzetting van het bedrijf. Ingevolge het bepaalde in artikel 6, eerste lid, is de vergunning niet overdraagbaar en dient een nieuwe vergunning te worden aangevraagd door degene die de exploitatie voortzet. In afwachting hiervan behoeft de bedrijfsoefening niet te worden gestaakt, mits de aard van de inrichting en overige omstandisheden ongewijzigd blijven. Bij wisseling van ondernemerschap geldt eveneens dat de bedrijfsuitoefening niet behoeft te worden gestaakt gedurende de beslissingsperiode op een nieuwe aanvraag. Ook hier geldt als voorwaarde, evenals in het eerste lid, voor het voortzetten van de exploitatie dat de aard van de inrichting en de wijze van exploitatie ongewijzigd blijven. Artikel 11 Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dit artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1987 | | pagina 229