-3-
2. Indien de vergunningaanvrager van de in het voor
gaande lid bedoelde gelegenheid geen gebruik maakt,
kan de burgemeester de aanvrager in zijn aanvraag
niet- ontvankelijk verklaren.
Artikel 6
1De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten
name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.
2. In de vergunning wordt de naam van de beheerder
vermeld.
3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen
verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:
a. de sluitingstijden van de speelautomatenhal;
b. het toezicht in de speelautomatenhal;
c. het aantal en type speelautomaten dat mag worden
opgesteld;
d. de exploitatie van de hal.
Toelichting: Voorschriften en beperkingen met betrekking tot het aantal
en het type speelautomaten zijn niet alleen te verbinden
aan de aanwezigheidsvergunning. In beginsel kunnen deze
voorschriften en beperkingen ook worden gekoppeld aan de
exploitatievergunning. Met het oog daarop is onderdeel
c in het derde lid opgenomen.
Bij de vaststelling van het aantal toe te laten automaten
zal gewicht worden toegekend aan de plaats en de wijze
van exploitatie. Zo zal bij voorbeeld op een camping
mogelijk een hal met uitsluitend behendigheidsautomaten
rendabel kunnen zijn.
Wil er over het algemeen sprake kunnen zijn van een goed
beheer en toezicht dan moet een hal rendabel kunnen kunnen
exploiteren. Bij de vaststelling van de verhouding tussen
behendigheids- en kansspelautomaten zou ook hieraan
betekenis kunnen worden toegekend.
Artikel 7
1De vergunning wordt geweigerd, indien:
a. het maximaal aantal af te geven vergunningen
voor speelautomaten is verleend;
b. de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de
openbare weg voor het publiek toegankelijk is;
c. de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft
hebbenbereikt
d. de ondernemer of de beheerder(s) onder curatele staat
(staan)of bewind is ingesteld over een of meer aan hen
toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1titel
19, van het Burgerlijk Wetboek;
e. door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar
het oordeel van de burgemeester de leef-en woonsituatie
in de naaste omgeving of het karakter van de
winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig
wordt beïnvloed;
f. de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal
strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel
een stadsvernieuwingsplan c.q. leefmilieuverordening in de
zin van de wet op de stads- en dorpsvernieuwing.
2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leef-
tijdsvereiste, gesteld in het vorige lid, onder c.