- 7 -
Artikel 21.
Advisering.
De afdeling brengt onverwijld, doch uiterlijk binnen 10 dagen na de dag
van binnenkomst van het bezwaarschrift, advies uit aan het college.
Bij het advies wordt het rapport overlegd.
Artikel 22.
Toelichting.
1. De bijstandbehoevende wordt, nadat het vorenbedoeld advies is uitgebracht,
schriftelijk opgeroepen zijn/haar bezwaar ten overstaan vanh'et college
mondeling toe te lichten. Artikel 7 van deze verordening is van over
eenkomstige toepassing. Hij of zij kan de aan de beslissing ten
grondslag liggende bescheiden, desgewenst ter inzage krijgen.
2. Een door de indiener van het bezwaarschrift gemachtigde moet een schrifte
lijke en door de indiener/indienster van het bezwaarschrift ondertekende
machtiging overleggen, tenzij hij/zij als advokaat of procureur is
ingeschreven; of de indiener/indienster met de gemachtigde verschijnt.
3. De bijstandsbehoevende en/of zijn/haar raadsman/vrouw heeft/hebben
inzage- en correctierecht.
4. Het college stelt de afdeling in de gelegenheid haar standpunt ten
aanzien van het bezwaarschrift mondeling toe te lichten.
Artikel 23.
Verplichting tot geheimhouding.
Het bepaalde in artikel 10 is mede van toepassing ten aanzien de
behandeling van de bezwaarschriften.
Artikel 24.
Beschikking op het bezwaarschrift.
1. Het college beschikt op het bezwaarschrift, zo enigszins mogelijk
binnen één maand nadat het is ingediend.
2. Het college deelt de beschikking schriftelijk en met redenen omkleed
onmiddellijk mede aan de indiener (ster) van het bezwaarschrift, onder
vermelding dat binnen een maand na datum van verzending daarvan in
beroep kan worden gegaan bij Gedeputeerde Staten.
- Afdeling II -