M
GEMEENTE HOEVEN
i\M
V'T
Agendanr.: Raadsvergadering d.d. 29 januari 1987.
Onderwerp: Voorstel tot invoering van de basiseducatie in de regio westelijk
Noord-Brabant op grond van de nieuwe Rijksregeling Basiseducatie.
Hoeven, 16 januari 1987.
Op 18 augustus 1986 is bij Koninklijk Besluit vastgesteld
de Rijksregeling Basiseducatie. Deze rijksregeling valt onder
de verantwoordelijkheid van het ministerie van Onderwijs en
Wetenschappen.
De regeling is bedoeld om een eind te maken aan de huidige
versnippering op het gebied van de basiseducatie en om de
gemeenten meer mogelijkheden te bieden de basiseducatie zelf
vorm te geven.
De hoofddoelstelling is, dat volwassenen zelfstandig en
activer worden, zowel in hun eigen leefwereld als in de samen
leving. Diegenen die zich in een achterstandssituatie bevinden
staan centraal.
Tot de basiseducatie worden gerekend activiteiten gericht
op het verwerven van:
- taalvaardigheid;
- Tekenvaardigheid;
- sociale vaardigheid;
- en voorts activiteiten gericht op oriëntatie op en toelei-
ding naar direkt op de basiseducatie aansluitende opleidingen
en andere educatieve en maatschappelijke activiteiten;
- de activering, werving en toeleiding tot de onder het
eerste t/m derde gedachtenstreepje bedoelde activiteiten.
Voorlopers van de rijksregeling zijn het alfabetiserings—
werk, Open-school-activiteiten, Vormingswerk Jong Volwassenen,
V.O.S.-cursussen en dergelijke.
Een belangrijk kenmerk van de rijksregeling is, dat het
een decentrale regeling is. Het Rijk stelt algemene richt
lijnen vast voor de inhoud van de basiseducatie, maar de
gemeenten zijn verantwoordelijk voor de vormgeving van het
aanbod, de programmering en de uitvoering.
Daarbij moeten zij uiteraard voldoen aan de voorwaarden
die de regeling stelt, b.v. het verzorgen van een geïntegreerd
aanbod. Waar de gemeenten niet in staat zijn zelfstandig aan
de voorwaarden te voldoen, kan regionaal worden samengewerkt.
Blijkens de toelichting op de rijksregeling gaat de
voorkeur van de minister uit naar regiovorming.
Zoals is gesteld, id de gemeente verantwoordelijk voor
de programmering. Ingevolge artikel 10 van de rijksregeling
dient de beleidsvoorbereiding van het programma te worden
verzorgd door êen zgn. Educatief Beraad.
In dit Educatief Beraad zijn vertegenwoordigd:
a. instellingen die in aanmerking wensen te komen voor de
uitvoering van de basiseducatie;
b. instellingen en organisaties die niet rechtstreeks be
trokken zijn of willen zijn maar op andere gronden belang
hebben bij de basiseducatie b.v.
-op-