i
GEMEENTE HOEVEN
De raad van de gemeente Hoeven;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
27 februari 1987
gelet op artikel 8 van de Wet stads- en dorpsvernieuwing, als
mede op artikel 6a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
mede gelet op artikel 168 van de gemeentewet;
besluit
I. in te trekken de inspraakverordening, zoals deze is vastgesteld
bij raadsbesluit van 20 december 1984;
II. vast te stellen de navolgende "Inspraakverordening gemeente Hoeven
1987"
Artikel 1
1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. inspraak: een door of namens burgemeester en wethouders ge
organiseerde gelegenheid waarbij het ingezetenen en in de
gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen
mogelijk wordt gemaakt hun mening omtrent gemeentelijke beleids
voornemens kenbaar te maken en daarover met het gemeentebestuur
van gedachten te wisselen;
b. inspraakprocedure: de wijze waarop de onder a bedoelde inspraak
ingevolge het bij of krachtens deze verordening bepaalde gestalte
wordt gegeven;
c. stadsvernieuwing: de stelselmatige inspanning zowel op stedebouw
kundig als op sociaal, economisch, cultureel en milieuhygiënisch
gebied, gericht op behoud, herstel, verbetering, herindeling of
sanering van bebouwde gedeelten van het gemeentelijk grondge
bied.
2. Waar in deze verordening wordt gesproken van stadsvernieuwing wordt
dorpsvernieuwing, voor zover van toepassing, daaronder medebegrepen
Object van inspraak.
Artikel 2.
Inspraak is in beginsel mogelijk op alle terreinen van gemeentelijk
bestuur. Burgemeester en wethouders verlenen in elk geval inspraak
op beleidsvoornemens betreffende de voorbereiding of herziening van
ruimtelijke plannen en beleidsvoornemens betreffende de stadsver
nieuwing.
-Subject-