I
-2-
Voor de praktijk op het vlak van de ruimtelijke ordening leidt de
verplichte inspraakverordening tot een meer geformaliseerde benadering
van de al bestaande vormen waarop de inwoners bij de ontwikkeling van
bestemmingsplannen (en eventueel struktuurplannen) worden betrokken.
Er is een overgangsregeling getroffen voor de in procedure en in voor
bereiding zijnde bestemmingsplannen. Wanneer namelijk vóór 1 juli 1987
een bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd, behoeft de toelichting
op het bestemmingsplan nog geen hoofdstuk met betrekking tot de ge
voerde inspraak te bevatten. Voor de plannen die daarna ter inzage
worden gelegd geldt de verplichting daartoe uiteraard onverkort.
Het lijkt ons goed op deze plaats nog eens te benadrukken, dat de be
grippen "inspraak" en "openheid" veeleer gedragen moeten worden door
de juiste mentaliteit dan door een formele regeling in een verordening.
Desalniettemin kunnen wij de invoering van een inspraakverordening
op het vlak van de ruimtelijke ordening zeer wel ondersteunen en
bieden u daarom het bijgaande ontwerp-besluit ter vaststelling aan.
De commissie Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Financiën, heeft
ter zake positief geadviseerd.
De suggestie van de commissie om in te spreken ten overstaan van de
leden van het college, aangevuld met leden van de commissie ruimte
lijke ordening, is ook de intentie van ons college.
Burgemeester en wethouders van Hoeven.
A.F.W. Osterloh, burgemeester.
K.C.M. van de Pol, secretaris.