3. Eveneens in verband met het bepaalde in lid 1 is de gemeente met ingang van
1 januari 1985 en vervolgens jaarlijks in de maand januari van elk volgend
kalenderjaar bij vooruitbetaling aan NS een bedrag verschuldigd van negen
duizend zeshonderd tweeëndertig gulden 9.632,-) respectievelijk achtdui
zend vijfhonderd negentien gulden 8.519,-) voor de in lid 2 sub a res
pectievelijk sub b genoemde exploitatiekosten, beide bedragen te verhogen
met de wettelijk verschuldigde omzetbelasting, over welke bedragen door NS
per factuur zal worden beschikt.
4. Voor het eerst per 1 januari 1986 en vervolgens jaarlijks per 1 januari
worden de in lid 3 genoemde vergoedingen opnieuw vastgesteld met gebruik
making van de op jaarbasis berekende CBS-kwartaal-indexcijfers voor de wo
ningbouw (exclusief BTW).
Artikel 7
1. De gemeente verbindt zich, indien het te eniger tijd naar het oordeel van
het ter zake bevoegde gezag nodig is, bij de in deze overeenkomst bedoelde
overweg bij km 9.769 aanvullende veiligheidsmaatregelen voor te schrijven
met betrekking tot de thans te plaatsen automatische halve-overwegbomen
c.a., aan NS op alsdan te bepalen wijze en voorwaarden te betalen de kosten
van aanleg (verminderd met de waarde van de vrijkomende onderdelen van de
aanwezige beveiligingsinstallatie) zomede de hogere exploitatiekosten (on
derhoud, vernieuwing, eventueel stroomlevering en bediening) van die aan
vullende veiligheidsmaatregelen, verhoogd met het bij NS gebruikelijke per
centage voor algemene kosten en bovendien verhoogd met de wettelijk ver
schuldigde omzetbelasting, indien het aanbrengen van die aanvullende vei
ligheidsmaatregelen, noodzakelijk is geworden als gevolg van het toegenomen
verkeer over de weg, die de spoorweg bij km 9.7 69 kruist.
2. Bij twijfel of de toeneming van het wegverkeer, als in lid 1 bedoeld, oor
zaak is van de noodzakelijkheid tot het nemen van die aanvullende veilig
heidsmaatregelen, beslist de Minister van Verkeer en Waterstaat, die tevens
de bevoegdheid heeft, ingeval de noodzakelijkheid van het nemen van aanvul
lende veiligheidsmaatregelen, niet uitsluitend door toeneming van het ver
keer veroorzaakt wordt, te bepalen, in welke verhouding de kosten over par
tijen verdeeld worden.
3. Indien het te eniger tijd naar het oordeel van het ter zake bevoegde gezag
nodig is, de in deze overeenkomst bedoelde overweg bij km-JL.769 te voorzien
van een andere beveiligingsinrichting dan de thans te plaatsen automatische
halve-overwegbomen c.a., beslist de Minister van Verkeer en Waterstaat op
grond van de omstandigheden welke tot die andere beveiligingsinrichting ge
leid hebben, welk gedeelte van de daaraan verbonden aanlegkosten ten laste
van de gemeente dient te worden gebracht.
De gemeente verbindt zich het aldus vastgestelde gedeelte van de aanlegkos
ten (verminderd met dat deel van de waarde van de vrijkomende onderdelen
van de aanwezige beveiliging dat overeenkomt met het aandeel dat de gemeen
te in de investeringskosten van de nieuwe installatie betaalt) aan NS op
alsdan te bepalen wijze- en voorwaarden te betalen, zomede eenzelfde gedeel
te van de hogere exploitatiekosten (onderhoud, vernieuwing, eventueel
stroomlevering en bediening) van die andere beveiligingsinrichting ten op
zichte van die van de thans te plaatsen automatische halve-overwegbomen
c.a., -verhoogd met het~bij NS .gebruikelijke percentage voor algemene kosten
en bovendien verhoogd met de wettelijk verschuldigde omzetbelasting.
4. Partijen verklaren zich bij voorbaat en zonder voorbehoud bij de uitspraak
van de Minister te zullen neerleggen.
docnr0675D; type/coll: DvH/ LM: 86-10-27