f
i f
GEMEENTE HOEVEN
Agendanr.: 5 Raadsvergadering d.d. 26 maart 1987
Voorstel: Betreffende de realisering van een uitweg voor het flatgebouw aan Achter
Hof alsmede tot het nemen van een voorbereidingsbesluit
Hoeven, 19 maart 1987
Tijdens de behandeling van het aanvullend agendapunt inzake de realisering
van een uitweg van het flatgebouw aan Achter 't Hof in de februarivergadering
van uw raad is ter zake geen beslissing genomen als gevolg van het staken van
stemmen bij gelegenheid van een door de V.V.D.-fractie ingediend aanvullend
voorstel. Ingevolge artikel 58 van de gemeentewet wordt het nemen van een
besluit ter zake tot een volgende vergadering uitgesteld. Redenen, waarom
wij dit agendapunt thans opnieuw ter beslissing aan"u voorleggenVoor wat
betreft de inhoudelijke kant van de zaak mogen wij u kortheidshalve ver
wijzen naar het reeds in uw bezit zijnde raadsvoorstel.
Volledigheidshalve zullen wij u de situatie van heden in het kort schetsen.
Op de dag van de februarivergadering van uw raad is de door de eigenaar van
het benodigde perceelsgedeelte ondertekende koopovereenkomst ontvangen. De
eigenaar had evenwel een aanvullende bepaling aan de overeenkomst toegevoegd,
onder verwijzing naar een in 1980 ter zake gemaakte afspraak. Op dezelfde
dag is kontakt gezocht met de eigenaar, die evenwel pas 's avonds bereikbaar
bleek. Nog tijdens de raadsvergadering is omtrent de toegevoegde bepaling
overleg gepleegd, hetgeen heeft geresulteerd in een instemming zijnerzijds
met een door ons voorgestelde aanvulling. De aangepaste versie van de koop
overeenkomst is inmiddels weer in ons bezit, voorzien van een handtekening
van de eigenaar. Een ander aspekt, dat nog nader bezien moest worden, had
betrekking op de eveneens in 1980 door de huurders ondertekende verklaring,
waarbij werd ingestemd met afstand van het perceelsgedeelte, gelegen achter de
woningen Achter ',t Hof 6 en 8. In verband daarmede is met de huurder van het
desbetreffende perceelsgedeelte overleg gepleegd. Een beknopt verslag van dit
gesprek treft u in het agendadossier te uwer informatie aan. Tijdens het
gesprek bleek, dat beide huurders met de aanleg van de beoogde uitweg akkoord
gaan en dat de in 1980 getekende verklaring nog steeds van kracht was. Het door
hem al eerder te berde gebrachte aspekt van geluidsoverlast bracht hij wederom
ter sprake, Wederom is hem er op gewezen, dat de verkeersintensiteit aldaar
niet zodanig is, dat akoestische maatregelen noodzakelijk zijn. Voorts werd
door hem een verzoek op tafel gelegd een garage/berging te mogen bouwen, waardoor
naast een visuele afscheiding mogelijk ook een beperking van de geluidsover
last wordt gecreëerd. In verband met de door hem beoogde lokatie werd
afgesproken, dat op de kortst mogelijke termijn door hem een plattegrond
tekening zou worden ingediend. Op 13 maart j.l. heeft hij een schets voorgelegd,
waaruit blijkt, dat de garage/schuur tegen de uitweg is gesitueerd. De voorge
stane lokatie is op voldoende afstand van de feitelijke ontsluiting van de
weg op Achter 't Hof, zodat er uit oogpunt van verkeersveiligheid geen
bezwaar tegen de bouw bestaat. Via het eigen perceel wordt op Achter 't Hof
uitgeweegd, conform de huidige situatie. Bovendien gaat, blijkens mededeling
- van -