-
GEMEENTE HOEVEN
Agendanr.: 15. Raadsvergadering d.d. 18 december 1986
Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van nieuwe tarievenregelingenvoor
I. Recreatiecentrum Hoeven (Recreatiepark Bosbad Hoeven en
Camping Hoeven)
II. Overdekt recreatiebad "De Nimf".
Hoeven, 21 november 1986.
Door het bestuur van de Stichting Bosbad Hoeven - welke stich
ting is belast met het beheer en de exploitatie van de gemeentelijke
recreatiebedrijven Recreatiepark Bosbad Hoeven, Camping Hoeven en
Overdekt recreatiebad "De Nimf"- is ons geadviseerd te bevorderen,
dat de voor deze bedrijven geldende tarieven met ingang van 1987
enigszins worden opgetrokken. Aangezien de huidige tarieven gelden
sinds 1984, acht het stichtingsbestuur een aanpassing van de
tarieven wenselijk en redelijk op basis van de volgende uitgangs
punten
Recreatiepark Bosbad Hoeven.
Verhoging van het basis-entreetarief met 0,25 en evenredige
doorbereking aan de daarvan afgeleide tarieven.
Ongewijzigde handhaving van de tarieven voor de nevenattracties.
Camping Hoeven.
Een gemiddelde tariefverhoging van 51 met dienverstandedat de
tarieven voor het toeristisch kamperen in verhouding iets meer
stijgen dan de overige tarieven.
Overdekt recreatiebad "De Nimf".
Verhoging van de individuele entreetarieven met respectievelijk
0,20 en 0,15 en evenredige doorberekening aan de daarvan
afgeleide tarieven.
Algemeen.
Het streven naar ronde en hanteerbare bedragen.
De tarieven voor Recreatiepark Bosbad Hoeven en Camping Hoeven
zijn van oudsher geregeld in een gemeentelijke belastingverordening,
die is onderworpen aan Koninklijke goedkeuring. Voor een dergelijke
publiekrechtelijke tarievenregeling is indertijd gekozen vanwege
de eenvoudige procedure bij eventuele invordering (inschakeling
gemeentelijke deurwaarder zonder gerechtelijke procedure)hetgeen
met name van belang werd geacht ten aanzien van de heffingen voor
de staanplaatsen op Camping Hoeven.
Vanwege het ontbreken van een dergelijke behoefte zijn de tarieven
voor het Overdekt recreatiebad "De Nimf" nimmer geregeld in een
gemeentelijke belastingverordening doch werd gekozen voor een z.g.
privaatrechtelijke tarievenrege1ing
Aangezien tariefstelling naar draagkracht, vastgesteld door
lagere overheden, niet wenselijk wordt geacht vanwege doorkruising
van het algemene inkomensbeleid van de centrale overheid (Stcrt.
1982, Nr. 176), zal Koninklijke goedkeuring achterwege blijven als
een dergelijk tarief in de verordening is opgenomen. Uit navraag
-bij-