GEMEENTE HOEVEN Agendanr11 Raadsvergadering d.d. 27 november 1986. Onderwerp: Voorstel tot opheffing van het Woonwagenschap Westelijk Noord-Brabant Hoeven, 14 november 1986. Door het woonwagenschap Westelijk Noord-Brabant wordt u het voorstel toegezonden tot opheffing van het woonwagenschap. De discussie over de opheffing van het woonwagenschap is reeds ge ruime tijd gaande. Het woonwagenbeleid gaat steeds meer op in het algemene beleid. Het standplaatsenbeleid wordt steeds duidelijker een onderdeel van het volkshuisvestingsbeleid In de toekomst zal de Woonwagenwet een beperkte werking krijgen en worden de nieuwe Woningwet en Huisvestingswet de basis voor het be leid. Daarnaast eist de op 1 januari 1985 in werking getreden Wet ge meenschappelijke regelingen herwaardering van alle bestaande gemeen schappelijke regelingen, hetgeen moet leiden tot opheffing danwel bundeling integratie in één gemeenschappelijke regeling. Indien tweederde van het aantal gemeenten tot opheffing besluit zal het woonwagenschap per 1 januari 1988 worden opgeheven. Teneinde het vereiste liquidatieplan te kunnen opstellen en ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant voor te leggen, zal het woonwagenschap per 1 januari 1987 zijn activiteiten op het terrein van aanleg beheer en exploitatie van standplaatsen en sloopterreinen staken. Vanaf dat tijdstip komen die taken, onder verantwoordelijkheid en voor rekening van het gemeentebestuur op wiens grondgebied die standplaatsen en slaapterreinen zijn gelegen. Aan het personeel zal een passende functie bij een der deelnemers aan het woonwagenschap of een ander bestaand openbaar lichaam worden aangeboden, uiterlijk ingaande op 1 januari 1987. De richtlijnen die het dagelijks bestuur bij het opstellen van het liquidatieplan in acht zal nemen staan vermeld op bladzijde 9 van het door haar aan u voorgelegde voorstel. Kortheidshalve moge daar naar worden verwezen. Ten aanzien van punt 7 wordt het volgende opgemerkt. De op 12 december 1983 ingestelde commissie Woonwagenschap heeft ondermeer omtrent de financiële en personele aspecten van de opheffing een rapport uitgebracht. Daarin worden een drietal mogelijkheden aangegeven om de kosten van de investeringen in standplaatsen en sloopterreinen door de gemeenten over te nemen: a) overdracht tegen werkelijke boekwaarde; b) overdracht tegen boekwaarde gelijk aan de rijksbijdrage; c) overdracht tegen boekwaarde gelijk aan de rijksbijdrage met genuanceerde toedeling van de meerkosten.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1986 | | pagina 410