van de Gemeentewet, houdende regels betreffende andere fi nanciële voorzieningen die verband houden met de vervulling van het wethoudersambt (Stbl. 1986, 406); voor de wachtgeld genietende deelnemer jonger dan 60 jaar, het bedrag gelijk aan het ambtelijke inkomen, als bedoeld in artikel C 1 van de Algemene burgerlijke pensioenwet, in de betrekking, waaruit de deelnemer met recht op wachtgeld is ontslagen; voor de wachtgeld genietende deelnemer van 60 jaar en ouder, het wachtgeld, doch tenminste 7 0% van het ambtelijk inkomen, als bedoeld in artikel C 1 van de Algemene burgerlijke pen sioenwet, in de betrekking, waaruit de deelnemer met recht op wachtgeld is ontslagen; voor de uitkering genietende deelnemer 80% van het ambtelijk inkomen, als bedoeld in artikel C 1 van de Algemene burger lijke pensioenwet, in de betrekking, waaruit de deelnemer met recht op uitkering is ontslagen; voor de invaliditeits- en ouderdomspensioengenietende deel nemer 1. wiens pensioen voor 1 januari 1986 is vastgesteld, 70% van het bedrag, dat wordt verkregen door herleiding van de voor de berekening van het pensioen per 31 december 1985 geldende aangepaste middelsom(men) van berekenings grondslagen bij een volledige betrekking, verminderd met de vakantietoeslag, naar het naast gelegen hogere sala risbedrag in de Inpassingstabel 1 januari 1984*, vervol gens aangepast met de wijzigingen sindsdien in de bezol diging van het Rijkspersoneel, welke een algemeen karak ter dragen, en vermeerderd met de vakantietoeslag; 2. wiens pensioen na 31 december 1985 is vastgesteld, 70% van het ambtelijk inkomen, als bedoeld in artikel C 1, van de Algemene burgerlijke pensioenwet in de betrekking, waaruit de deelnemer met recht op pensioen is ontslagen; voor de weduwen- of weduwnaarspensioen genietende deelnemer: 1. wiens pensioen voor 1 januari 1986 is vastgesteld, 50% van het bedrag dat wordt verkregen door herleiding van de voor de berekening van het pensioen per 31 december 1985 geldende aangepaste middelsom(men) van berekeningsgrond slagen bij een volledige betrekking, verminderd met de vakantietoeslag, naar het naast gelegen hogere salarisbe drag in de Inpassingstabel 1 januari 1984*, vervolgens aangepast met de wijzigingen sindsdien in de bezoldiging van het Rijkspersoneel, welke een algemeen karakter dra gen, en vermeerderd met de vakantietoeslag. Het percenta ge van 50 wordt vermeerderd met 10 voor elk van de voor wezenpensioen in aanmerking komende kinderen, voorzover

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1986 | | pagina 404