- 2 "b. de wethouder van een gemeentealsmede de naar het oordeel van het bestuur met deze vercelijJ:bare politieke ambtsdrager van een openbaar lichaam, bedoeld in het eerste lid onder a. van dit artikel;" nd. degene, die op het tijdstip van toetreding van de gemeente c.q. toelating van het lichaam reeds in het genot is van pensioen, wachtgeld of uitkering op grond van een laatstelijk bij die ge- 11 meen te of dat lichaam vervulde betrekking; "h. degene, die de dienst van een gemeente of lichaam verlaat zon- der aanspraak cp pensioen, wachtgeld of uitkering, doch die bij zijn ontslag uitzicht heeft op een binnen 5 jaar ingaand ouder- domspensioenindien hij op de dag voorafgaande aan het ontslag deelnemer in het Instituut was en het bestuur van mening is dat B er aanleiding is zijn deelr.enerschap te bestendigen." ARTIKEL IV. In artikel 10, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. Het tweede lid komt te luiden: "2. Onder heffingsgrondslag, bedoeld in het eerste lid, wordt ver- staan: a. voor de actieve deelnemer, bedoeld in artikel 3, onder a., en artikel 4, lid 1 en 2, onder a. en c., die een volledige betrekking bekleedt, het bedrag gelijk aan het ambtelijk in komen, als bedeeld in artikel C 1, eerste lid, van de Alge mene burgerlijke pensioenwet;" b. voer de actieve deelnemer, bedoeld in artikel 3, onder a., artikel 4, lid 1 en 2, onder a. en c., die een deeltijdbe- trelcking bvokieedt, het bedrag, dat verkregen wordt door ver- U menigvuldiging van het ambtelijk inkomen, als bedoeld in ar tikel C 1, tweede lid, van de Algemene burgerlijke pensioen- wet, met de doeltijclfactcrals bedoeld in artikel A la van deze wet, mot dien verstande dat indien de vereenvoudigde deeltijdfactor kleiner is dan 4/5, het ambtelijk inkomen vermenigvuldigd wordt met de factor 4/5; c. voor de deelnemer, bedoeld in artikel 4, tweede lid, onder b, het bedrag van de (wethouders)wedde (inclusief vakantie- toeslag)doch tenminste hot bedrag dat wordt verkregen door n vermenigvuldiging van do wedde (inclusief vakantietoeslag) n met een breuk, waarvan de teller wordt gevormd door het ge- n tal 30 on do noemer door het getal, dat het percentage aan- geeft waarin de omvang van de wethoudersfunctie ten opzichte n van een "oileöige betrekking wordt uitgedrukt. Dit percenta- n ge i3 het percentage bedoeld in artikel 10 van het Besluit van 3 juli 19CG tot uitvoering van artikel 100, derde lid

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1986 | | pagina 403