GEMEENTE HOEVEN
Agendanr.16. Raadsvergadering d.d. 30 oktober 1986.
Onderwerp: Voorstel te besluiten tot het voeren van een civiele procedure wegens
onverschuldigde betaling.
Hoeven, 17 oktober 1986.
Een uitkeringsgerechtigde bekend onder de nummers 1717, 1863,
1919 heeft ten gevolge van steunfraude over de navolgende perioden
ten onrechte een uitkering ontvangen in het kader van de Wet Werk
loosheidsvoorziening:
- 21 februari tot en met 11 maart 1983;
- 10 augustus tot en met 21 september 1983;
-18 oktober tot en met 23 november 1983-
Per saldo gaat het om een bedrag van 11.918,62.
Betrokkene heeft zich ter zake verweerd, maar de beslissing van
ons college tot intrekking van de uitkering wet werkloosheidsvoor
ziening is na afronding van een procedure bij de Raad van Beroep
onherroepelijk geworden.
Een minnelijke terugbetaling is niet bereikt kunnen worden. Schuld
vergelijking is i.e. niet mogelijk.
De Wet Werkloosheidsvoorziening kent voor terugvordering geen
eigen procedure. De gewone rechtsregels zijn ter zake van toepassing.
Een civiele procedure kan worden ingesteld bij de Arrondissements
rechtbank.
Betrokkene heeft via zijn advokaat het aanbod gedaan - met andere
schuldeisers - te komen tot een buitengerechtelijk crediteurenakkoord.
Een aanbod wordt hierin gedaan van ongeveer 15%. Gezien de aard van
het gepleegde delict en de hoogte van het terug te vorderen bedrag
achten wij dit niet reëel.
Een andere mogelijke wijze van invorderen ontbreekt.
De bevoegdheid tot het instellen van rechtsgedingen berust
krachtens artikel 177 van de gemeentewet bij uw raad.
Wij stellen u voor te besluiten tot het instellen van een rechts
geding vanwege onverschuldigde betaling.
De commissie Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Finan
ciën is gehoord en kan zich met ons voorstel verenigen.
Burgemeester en wethouders van Hoeven.
A.F.W. Osterloh, burgemeester.
K.C.M. van de Pol, secretaris.