I
a
GEMEENTE HOEVEN
it
Agendanr. 12. Raadsvergadering d.d. 25 september ie
Onderwerp: Vaststelling le wijziging van de "Verordening vaste commissies van
advies en bijstand aan burgemeester en wethouders 1986".
Hoeven, 29 augustus ie
De wijzigingen van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zijn, voor
wat betreft de bepalingen die zich richten tot het gemeentelijk niveau,
op 1 juli 1986 in werking getreden.
Een van de wijzigingen heeft betrekking op artikel 19 Wet op de
Ruimtelijke Ordening (W.R.O.), waarin de algemene vrijstellings
mogelijkheid van het bestemmingsplan is geregeld. Zo kan nu de ge
meenteraad in plaats van burgemeester en wethouders, over de vrij
stelling beslissen. Indien een minderheid van tenminste één vijfde
van het aantal raadsleden hiertoe de wens te kennen geeft, zal op
een verzoek om vrijstelling van het geldende bestemmingsplan (op
grond van artikel 19 W.R.O.) door de gemeenteraad beslist worden.
Ook de besluiten omtrent het inzetten van de vrijstellings
procedure (artikel 19a eerste lid) en omtrent het aanvragen van
een verklaring van geen bezwaar (artikel 19a achtste lid) dient
in dat geval door de raad te geschieden.
Het zal in de praktijk aanmerkelijk beter werken indien de
beslissing op dergelijke artikel 19-vrij stellingen wordt ge
delegeerd. Delegatie aan burgemeester en wethouders is niet mogelijk
omdat de daartoe noodzakelijke wettelijke grondslag ontbreekt en
omdat de opzet om de beslissing juist niet bij dit college te laten
berusten zou worden ontkracht. Wel is delegatie aan een raads
commissie mogelijk, waarbij de commissie Ruimtelijke Ordening, Volks
huisvesting en Financiën als het meest geschikt moet worden aange
merkt.
De in mei j.l. door uw raad vastgestelde verordening op de vaste
commissies bepaalt dat deze commissie optreedt als hoor- en advies
college bij tot de raad gerichte bezwaar- en beroepschriften op
grond van de bouwverordening, de Woningwet en de Wet op de Ruim
telijke Ordening.
Met betrekking tot de bestemmingsplanprocedure geeft artikel 24
van de nieuwe W.R.O. aan dat de indieners van bezwaarschriften tegen
ontwerp-bestemmingsplannen in de gelegenheid gesteld worden hun be
zwaren tegenover de gemeenteraad nader toe te lichten. Dit zou mee
brengen dat de raad tweemaal dezelfde zaak zou krijgen voorgelegd:
eerst voor de behandeling van de bezwaarschriften en daarna nog
eens voor de behandeling van het bestemmingsplan.
Behandeling van de bezwaarschriften en vaststelling van het
bestemmingsplan in één vergadering kan niet wenselijk worden ge
acht.
De mogelijkheid voor de bezwaarden om op de uiteindelijke
vaststelling nog een reële invloed uit te oefenen wordt daardoor
in sterke mate beperkt.
Ook in de toekomst zou het horen van deze bezwaarden door
de commissie Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Financiën
kunnen geschieden. Hiertoe is echter een uitdrukkelijk delegatie
besluit vereist.
-Beide-