I
I
-4-
Het is de verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders
te toetsen of de gevraagde vrijstelling in het planologisch
beleid past. Ook alle andere in dat geval van belang zijnde
faktoren moeten tevoren worden afgewogen. Verder is het niet
zo dat er voor de in artikel 21 genoemde bouwwerken geen bouwver
gunning meer nodig is.
c.) Algemene vrijstellingen.
Dit ziet op de algemene, normale vrijstellingen, die nu bekend
zijn als artikel 19-zaken. In het nieuwe geheel van wettelijke
bepalingen is dit wederom ondergebracht in artikel 19, zodat
de terminologie in dat opzicht gehandhaafd kan blijven. De pro
cedure is echter wezenlijk anders geworden, doordat de positie
van de gemeenteraad aanzienlijk is veranderd. Onder het oude
regime konden burgemeester en wethouders, zonder inschakeling van
raad of commissie, toch vrij belangrijke bouwplannen realiseren.
Nu bestaat voor de raad de mogelijkheid een beslissing te nemen
op het verzoek om vrijstelling, zolang de herziening van het be
stemmingsplan door de raad nog niet is vastgesteld en binnen een
maand na het vrijstellingsverzoek tenminste één vijfde van de
raadsleden de wens daartoe te kennen geeft. In dit verband ver
wijzen wij naar het voorstel met betrekking tot de eerste wijziging
van de "verordening op de vaste commissies van advies en bijstand
1986".
d.) Procedure-regels voor vrijstellingen.
Voor alle aangehaalde vrijstellingen (dus van kruimelgevallen tot
en met artikel 19-zaken) geldt dat dezelfde procedureregels van
toepassing zijn. Deze zijn neergelegd in artikel 19a van de wet.
In grote lijnen betekent het:
publikatie van het bouwplan, mogelijkheid om bezwaren in te
dienen, verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten.
In de toekomst zal echter voor elke vrijstelling ex. artikel 19
altijd een afzonderlijke verklaring van geen bezwaar moeten worden
aangevraagd. Het gebruik maken van de zogenaamde "algemene ver
klaring van geen bezwaar" is niet meer mogelijk.
Inspraakverordening
De invoering van een inspraakverordening voor ruimtelijke plannen
wordt verplicht voorgeschreven. Daarin moet een regeling worden ge
troffen voor de wijze waarop de bevolking bij de voorbereiding van
ruimtelijke plannen of herziening daarvan wordt betrokken. De ver
plichting voor een inspraakverordening voor de ruimtelijke plannen
zal te zijner tijd - evenals de analoge verplichting in de Wet op
de stads- en dorpsvernieuwing - vervallen, zodra in de herziene
gemeentewet in een inspraakregeling voor het gemeentelijk beleid
in algemene zin zal zijn voorzien.
-Verdeling-