I
I
GEMEENTE HOEVEN
Agendanr.: 10. Raadsvergadering d.d. 28 augustus 1986.
Onderwerp: Aanvullende notitie inzake het rapport "Kansen voor Westelijk Noord-
Brabant" met betrekking tot de eventuele bouw van een kerncentrale.
Hoeven, 15 augustus 1986.
Naar aanleiding van het rapport "Kansen voor Westelijk Noord-
Brabant" heeft ons college bij brief d.d. 17-7-1986 een voorlopige
reactie ingestuurd. Daarbij is met betrekking tot suggestie 22
inzake een mogelijke bouw van een kerncentrale een voorbehoud ge
maakt.
In het kader van de ontwerp-Planologische Kernbeslissing, welke in
1985 een inspraakronde heeft gehad, werd Moerdijk nog als mogelijke
vestigingsplaats genoemd.
Dit gegeven is in vorengenoemde rapport overgenomen.
Met name de ramp in Tsjernobyl heeft het kabinet doen besluiten
de beslissing op te schorten, in afwachting van een uitgebreid en
diepgaand onderzoek.
Eenieder zal de problematiek alsmede de voor- en nadelen van
kernenergie genoegzaam bekend zijn. Desondanks achten wij het
nuttig u enige informatie te verschaffen zodat het standpunt van uw
raad ter zake nog aan het dagelijks bestuur van het Streekgewest kan
worden medegedeeld.
Te uwer informatie moge het volgende dienen.
De stuurgroep Maatschappelijk discussie energiebeleid heeft op
23 januari 1984 een eindrapport uitgebracht. Sindsdien hebben over-
heidsdeskundigen de problematiek bestudeerd mede aan de hand van
adviezen en onderzoeksrapporten van verschillende organisaties.
De toekomstige elektriciteitsvoorziening in Nederland staat daarbij
centraal.
Het regeringsstandpunt resulteerde in een optie op ten minste 2
nieuwe kerncentrales.
Het beleid van de regering komt op veel punten overeen met
de conclusies van de Stuurgroep. Voorbeelden daarvan zijn het
stimuleren van energiebesparing, een toenemend gebruik van
duurzame energie en het toepassen van verschillende energie
dragers.
Op enkele belangrijke punten wijkt de regering af van de
stellingname van de Stuurgroep.
Het gaat daarbij met name om het oordeel over de noodzaak tot de
bouw van grote elektriciteitscentrales, in het bijzonder van
kerncentrales.
De Stuurgroep is van mening dat een beslissing daarover voorlopig
nog kan worden uitgesteld.
De behoefte aan nieuw vermogen voor het opwekken van elektriciteit
tot het jaar 2000 is echter aanzienlijk.
De regering vindt daarom uitstel van een beslissing onverant
woord.