4
BURGEMEESTER
VAN
HOEVEN
TfJ V
HOEVEN,
22 april 1986.
Mevrouw, ^Idjgobeecipc
U hebt mijn mening gevraagd omtrent het konsept-beleidsplan
1986-1990.
Bij de beoordeling van dit stuk, ben ik er van uitgegaan dat
het hier hoofdlijnen betreffen waarop in de komende raadsperiode
het beleid van de gemeente Hoeven moet worden gebouwd. Als ik dit
goed zie (dus hoofdlijnen), dan kan ik u zeggen dat ik mij in het
algemeen hierin kan vinden.
Een uitzondering moet ik maken t.a.v. de paragraaf "openbare orde
en veiligheid". Onder sub. 2.5.1. wenst u het overleg met de rijks
politie en gemeentebestuur meer gestructureerd te zien.
Het is u ongetwijfeld bekend, dat het openbare orde vraagstuk
en de wetshandhaving (voorzover in handen van de politie gelegen)
bij uitsluiting tot het taakgebied van de burgemeester behoort.
Zowel de Gemeentewet alsmede de Politiewet maken daar gewag van.
Wanneer u met "gemeentebestuur" in deze de burgemeester bedoelt,
dan is er mijnerzijds op dit punt ook geen bezwaar. Mochten uw
bedoelingen evenwel ruimer zijn, dan moet ik mij daar helaas
tegen verzetten.
Het spreekt uiteraard voor zich, dat ik overigens wel be
reid ben u over kwesties van openbare orde en veiligheid met een
zekere regelmaat te informeren. Dit zou mijns inziens uitstekend
passen in een commissie algemeen bestuurlijke zaken.
Wellicht ten overvloede, doch om elk eventueel misverstand
uit te sluiten, wijs ik u er bij deze gelegenheid graag op, dat
mijnerzijds een regelmatig overleg met de politie plaatsvindt.
Eens in de veertien dagen heb ik overleg met de plaatselijke
postcommandantterwijl ik daarnaast enkele keren per jaar zo
wel lokaal als bovenlokaal deelneem aan het zgn. driehoeks
overleg. Naast politie en burgemeesters nemen hieraan ook de
betreffende officieren van justitie aan deel. Dit overleg wordt
in het algemeen als vruchtbaar ervaren.
de Hoevense gemeenschap op cons,
het nieuwe college.
.basis vorm te geven aan
Hoo,
tend