2.
ALGEMEEN BESTUUR
21 Algemeen
2'1"1 lejJad bePaalt de hoofdlijnen van het beleid dat door B W
wordt voorbereid en uitgevoerd.
2.1.2 Als uitgangspunt voor dat beleid dient het Algemeen Beleidsplan.
2a'3 college varTti collegeprogramma voor het
2-2 Collegialiteitsbeginsel
2'2,1 vÜn i" «e ba>ls voor het functioneren
van het college van Burgemeester en Wethouders. Dit dient op een
H'ree1e K1!26 t0t uitdrukkin8 te komen in de beleidsvoor
bereiding, de beleidsbepaling en de beleidsuitvoering, waarbij
het overeengekomen beleidsplan, dat uitgaat boven de eigen partij
programma s^een leidraad vormt voor het optreden wam het Coiie g
'van Burgemeester en Wethouders.
2.2.2 Voor de beleidspunten, die niet zijn vastgelegd in het beleids
plan, wordt het collegialiteitsbeginsel afnvaard als uiSngs't
houdt in 8dat deTd0"61'611 dagelijks bestuur. Dit beginsel
omtrent H t hetco1 iege een gezamenlijk standpunt
omtrent de te nemen beslissingen trachten te bereiken.
2'2'3 ge^melntezir a""856 °°k —derheid van stemmen
genomen zijn - worden steeds als zodanig en op loyale wiize
eden van het college uitgedragen. Het collegialiteits-
eginsel houdt ook in, dat de wethouders het college vroegtijdig
informeren over hun beleidsvoornemens. Minderheidsstandpunten dienen
m het collegevoorstel naar de raad verwoord te worden.
2 1 Openheid en inspraak
2.3.1 dialoog tussen bevolking en overheid vindt plaats in het
6^n democratischopen en doorzichtig besluitvormings
proces, op basis van effectieve besluitvormingsprocedures.
2.3.2 Er is een beperkt aantal, op de portefeuilleverdeling gerichte
commissies. 6 6 e
De commissies zijn in principe alle openbaar.
-2.3.3-