De B.O.M. heeft als doelstellingen het versterken van de sociaal-
ekonomische struktuur en het bevorderen van de werkgelegenheid in
de provincie.
De B.O.M. kan daadwerkelijk investeren in nieuwe aktiviteiten in het
Brabantse bedrijfsleven, door te participeren in het aandelenkapitaal,
eventueel gekombineerd met aanvullende leningen en garanties. De B.O.M.
heeft een risiko-kapitaal van 60 miljoen, waarvoor het rijk voor 60%
en de provincie voor 40garant staat. Daarnaast wil de B.O.M. onder
steuning verlenen bij het opsporen en ontwikkelen van perspektiefvolle
bedrijfsinitiatieven en projekten. Naast de financieringstaak heeft de
B.O.M. derhalve ook een belangrijke ondersteunende en verwijzende taak.
Gekozen is voor een ontwikkelingsmaatschappij met beperkte, maar hoog
waardige mankracht. Dat betekent, dat er bij de B.O.M. onvoldoende
kapaciteit is voor een intensieve begeleiding van kleine, maar op zich
zeer waardevolle projekten. De B.O.M. pleit daarom voortdurend voor de
totstandkoming van regionale instituten, die deze taak wel in kunnen
vullen, die voor doorgeleiding van kansrijke initiatieven uit de regio's
kunnen zorgdragen en waar intensieve werkrelaties mee kunnen worden
gebouwd
Rapport commissie-Bosman.
Medio 1985 heeft de "Commissie ekonomisch potentieel Noord-Brabant" (de
commissie-Bosman) het rapport "Kansen voor Brabant" gepresenteerd. Het
rapport geeft een uitgebreide opsomming van kansrijke sektoren en ak
tiviteiten voor Brabant.
Gepleit wordt voor het tot stand komen van 7 a 8 regionale werkgelegen-
heidsinstituten (r.w.i.'s) in onze provincie. In het bestuur van een
r.w.i. moeten sociale partners en regionale overheid op adekwate wijze
vertegenwoordigd zijn. Een nauwe samenwerking tussen het r.w.i., de
Kamer van Koophandel (K.v.K.) en andere instanties, waaronder het
Regionaal Dienstverleningscentrum Kleinbedrijf (R.D.K.en de hoge
scholen, moet tot stand worden gebracht. Voor de steun, financieel en
anderszins, aan individuele bedrijven moeten B.O.M. en r.w.i.'s elkaar
aanvullen.