GEMEENTE HOEVEN
Agendanr. 13. Raadsvergadering d.d. 28 februari 1983.
Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bedrag per leerling voor het tijdvak
1 januari t/m 31 juli 1983.
HOEVEN, 22februari 1985.
Op grond van het vijfde lid van artikel 101 van de Lager-onderwijs-
wet 1920 moet de raad vóór 1 maart 1985 het bedrag vaststellen, dat in
1985 per leerling beschikbaar gesteld zal worden ter bestrijding van de
kosten van de lagere scholen, uitgezonderd de jaarwedden van de leer
krachten. De gemeente moet bovendien het bedrag van de onroerend-
goedbelastingen vergoeden.
Op grond van het achtste lid van voornoemd artikel, moet u tevens
een bedrag vaststellen voor de bestrijding van de administratiekosten.
Dit bedrag mag niet lager zijn dan een door de Minister van Onderwijs
en Wetenschappen jaarlijks vast te stellen minimum. Voor 1985 is dit
bodembedrag voorlopig bepaald op 38,75 per leerling.
Zoals u bekend zal zijn, wordt met ingang van 1 augustus 1985
de "Wet op het basisonderwijs" ingevoerd. Op grond van artikel E 20
van de "Overgangswet Wet op het basisonderwijs" dient voor het tijdvak
van 1 januari tot en met 31 juli 1985 te worden uitgegaan van 7/12 van
het voor 1985 vast te stellen bedrag per leerling.
In dit artikel E 20 wordt eveneens bepaald, dat voor de toepassing van
artikel 101, vijfde lid, van de L.0.-wet 1920 het aantal leerlingen per
teldatum 16 januari 1985 bepalend is.
Zoals gebruikelijk hebben wij de schoolbesturen gevraagd, hun
begrotingen voor het nieuwe jaar in te dienen. De schoolbegrotingen
liggen bij de stukken ter inzage. Wij merken nog op, dat de kosten van
schoolzwemmen en gymnastiek niet aan de schoolbesturen worden doorbe
rekend.
De vergoeding per leerling moet worden vastgesteld op een bedrag
dat voldoende is om te voorzien in de redelijke behoeften van een
school in onze gemeente, die in normale omstandigheden verkeert.
De 9-klassige school in Bosschenhoofd telt per 16 januari 1985
131 leerlingen. Vijf klaslokalen zouden voor dit leerlingaantal
voldoende zijn.
Naar ons oordeel kan worden gezegddat de schoolgezien het ge
ring aantal leerlingen, in bijzondere omstandigheden verkeert.
-Op-