-2-
De belangrijkste punten uit zijn advies d.d. 13-3-1983, zijn de
volgende:
1.) Al zou er van onrechtmatigheid van de kant van de gemeente sprake zijn
door indertijd het stuk grond niet te verkopen, dan wil
dit nog niet zeggen dat de gemeente die verplichting heeft tegenover
Mevr. v. Erven. Zij wist immers wat ze kocht.
2.) Mr. van den Heuvel betwijfelt of de prijs inderdaad "onredelijk hoog"
is. Bovendien is de verkoper in principe vrij de prijs te vragen die
hij wil, en is een verplichting om een koopovereenkomst aan te gaan
moeilijk in te denken.
3.) Artikel 5.4.16 Nieuw Burgerlijk Wetboek is, blijkens de toelichting,
niet van toepassing indien bevoegd op een ander perceel werd gebouwd.
In dit geval heeft de gemeente goedgevonden dat over de grens werd
gebouwd.
Mevr. v. Erven wordt niet gedwongen tot afbraak. Destijds is ook
een bouwvergunning verleend.
4.) Mevr. v. Erven is kort voor de koop medegedeeld dat een gedeelte van de
ondergrond van de gebouwen aan de gemeente in eigendom toebehoorde.
Ook de afdeling Rechtspraak heeft dit bij uitspraak van 13-12-1984
overwogen. Zij is derhalve niet "te goeder trouw".
Mr. van den Heuvel adviseert verweer te voeren nu het proces van Mevr.
v. Erven naar zijn mening onvoldoende slaagkans heeft.
Wij kunnen ons met de argumenten in zijn advies verenigen en stellen u dan
ook voor om te beslissen tot het voeren van het rechtsgeding.
Op 26 maart zal de heer van den Heuvel om uitstel van het nemen van
de conclusie van antwoord verzoeken, welk uitstel gewoonlijk voor acht
weken wordt verleend.
Indien de raad mocht besluiten om geen verweer te voeren dan zullen
griffierechten ad 250,betaald moeten worden, alsmede het honorarium
van de heer van deri Heuvel. Bovendien wordt de gemeente dan bij verstek
veroordeeld.
-De-