4
In de toelichting wijst de V.N.G. er nog op, dat in het kader
van de decentralisatieregeling weliswaar de detaillistische
plantoetsing van het rijk vervalt, doch dat de gemeenten nu
zelf het beleid moeten uitstippelen en prioriteiten stellen.
Er worden dan ook meer eisen gesteld aan een integrale be
langenafweging binnen de gemeenten. Het kan nodig zijn de
bestuurlijke werkwijze aan te passen, terwijl op ambtelijk niveau
de coördinerende taken meer aandacht gaan krijgen.
De gemeente Hoeven behoort tot de ca. 660 gemeenten, die hun
gelden in de provinciale stadsvernieuwingsfondsen ontvangen.
In art. 1 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing ligt het
antwoord besloten op de vraag, waaraan de gemeente geld mag
besteden.
Zonder een uitputtende opsomming te geven, kan hierbij gedacht
worden aan: - verwervingen van grond en opstallen, infra
structurele werken, uitkeringen aan derden zoals eigenaren -
bewoners voor verbetering van hun huizen, gemeentelijke bij
drage i.v.m. bodemsanering (in een stadsvernieuwingsgebied),
uitvoering rioleringswerken, verkeersveiligheid, enz.
Art. 39 van de Wet op de Stads- en dorpsvernieuwing bepaalt,
dat de provincie bijdragen kan verstrekken ter tegemoetkoming
in de kosten, welke verbonden zijn aan de uitvoering van het
gemeentelijk beleid inzake de stadsvernieuwing.
De eigen bestedingsvrijheid van de gemeente wordt evenwel ge
koppeld aan een tweetal, in de wet verplicht gestelde ver
ordeningen, t.w. de subsidieverordening en de inspraakver
ordening.
De inspraakverordening is ook op de komende, gewijzigde wet
op de Ruimtelijke Ordeningen gestoeld.
Een ander belangrijk gegeven dient nog vermeld te worden.
-De-