-8-
5«) Subsidieverordening
In de subsidieverordening moeten de gemeente vastleggen hoe en
voor welke activiteiten zij subsidie voor stadsvernieuwing ver
lenen aan natuurlijke- en aan rechtspersonen.
Om voor derden-belanghebbenden rechtszekerheid en duidelijkheid
te verschaffen, moet de verordening voorschriften bevatten over
de wijze waarop jaarlijks bekend wordt gemaakt welk bedrag voor
geldelijke steun beschikbaar is en hoe dit wordt verdeeld over de
verschillende sectoren van de samenleving. Daarbij wordt in elk
geval gedacht aan (organisaties van) woonconsumenten, met name
de bewoners van huur- en eigen woningen, het (georganiseerde) be
drijfsleven en de sociale en culturele instellingen.
6.) Voorkeursrecht gemeenten
Gemeenten krijgen de mogelijkheid gebieden aan te wijzen waarin het
eerste recht op koop zal gelden. In die gebieden zijn eigenaars
verplicht een voorgenomen verkoop van onroerend goed bij de ge
meente te melden. De gemeente moet binnen 2 maanden laten weten
of zij de aankoop overweegt. In dat geval moet over de (redelijke)
prijs worden onderhandeld. Als een eigenaar vindt dat de onder
handelingen te traag verlopen, kan hij via de rechter het oordeel
van deskundigen vragen. De onderhandelingen mogen maximaal 1,5
jaar duren. In die periode mag de eigenaar het pand niet aan een
ander verkopen. Tot een bepaald stadium van de procedure kan de
gemeente van de transactie afzien. In dat geval krijgt de eigenaar
3 jaar de tijd om het pand aan andere gegadigden te verkopen.
Als de gemeente huurwoningen heeft gekocht, moet zij deze in be
paalde gevallen binnen 1 maand aan de zittende huurders te koop
aanbieden.
Twee onderdelen zijn imperatief voorgeschreven t.w. de subsidie-
en inspraakverordening.
De V.N.G. heeft ter zake een handreiking gedaan en de modelver
ordeningen gepresenteerd.
-In-