u
-3-
- de "brief van 10 september 1984 van het personeel van de
secretarie van de gemeente Hoeven aan wethouder J.M. Brans inzake
het opzeggen van hun vertrouwen in deze wethouder voor wat be
treft zijn functioneren op het gebied van personeelsaangelegenheden
- de argumenten van het personeel, zoals op 20 september 1984 kenbaar
gemaakt aan een delegatie uit de gemeenteraad en op 21 september
1984 schriftelijk aan hen medegedeeld,
- het commentaar van wethouder Brans daarop gegeven op
25 september 1984»
spreekt uit:
1. in te stemmen met de inhoud van de voormelde brief
2. de Vereniging van Nederlandse Gemeenten opdracht te verstrekken
tot het verrichten van een onafhankelijk en deskundig onderzoek
5. het vertrouwen in wethouder Brans te handhaven totdat de uitslag
van het onafhankelijk onderzoek door deskundigen van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten bekend is
4. na het resultaat van het onderzoek opnieuw te bezien welke
consequenties en ten aanzien van wie hieraan dienen te worden
verbonden.
Hierna dient de heer Bakkers (C.D.A.) een motie in luidende als
volgt:
De raad van de gemeente Hoeven, op 27 september 1984 in vergadering
bijeen,
kennis genomen hebbende van:
- de brief van 10-09-1984 van het personeel van de secretarie van de
gemeente Hoeven aan wethouder J.M. Brans inzake het opzeggen
van hun vertrouwen in deze wethouder,.
- de argumenten van het personeel zoals op 20-09-1984 voorgelezen
en op 21-09-1984 gezonden aan de raad,
- het commentaar van de wethouder daarop op 23-09-1984»
spreekt uit:
- dat hij de vorm betreurt waarop de ambtenaren hun grieven, middels
het schrijven aan wethouder Brans, hebben kenbaar gemaakt,
-dat-