Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de heer de Korte
V.V.D.) aan het eind van de vergadering toestemming te
verlenen om ingevolge artikel 38 van het Reglement van Orde voor
de vergaderingen van de gemeenteraad mondeling vragen te stellen.
Tijdens de behandeling van de verslagen van de commissievergaderingen
komt ook aan de orde de brief van het gezamenlijk personeel aan
wethouder Brans omtrent diens functioneren als wethouder personeels
zaken.
In verband met deze kwestie dient de heer de Korte (V.V.D.) de
volgende motie in:
De raad van de gemeente Hoeven, op 27 september 1984 in vergadering
bijeen,
Kennis genomen hebbende van:
- de brief van 10-9-1984 van het personeel van de secretarie van de
gemeente Hoeven aan wethouder J.M. Brans inzake het opzeggen van
hun vertrouwen in deze wethouder,
- de argumenten van het personeel zoals op 20-9-1984 voorgelezen
en op 21-9-1984 gezonden aan de raad,
- het commentaar van de wethouder Brans daarop op 23-9-1984»
spreekt uit:
- dat hij niet kan instemmen met de inhoud van de brief d.d. 10-9-1984
en dat hij de door het personeel in deze vorm gevoerde aktie
afkeurt
- dat hij het vertrouwen in de wethouder Brans handhaaft,
- dat hij het op korte termijn inschakelen van externe deskundigen
op personeels- en orgahisatiegebied (b.v. van de VNG) noodzakelijk
acht
getekend: C.H. de Korte
J.A. Broos
A. Wijnen
F. Buijs
Hierna dient de heer Wijnen (fractie Wijnen) een motie in met de
volgende inhoud:
De raad van de gemeente Hoeven op 27 september 1984 in vergadering
bijeen,
kennis genomen hebbende van
-de-