GEMEENTE HOEVEN
I»
Agendanr. 7 Raadsvergadering d.d. 30 augustus 1984.
Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van de le wijziging van de Verordening
reinigingsheffingen
HOEVEN, augustus 1984.
Ingevolge de Wet op de omzetbelasting 1968 zijn prestaties van
overheidslichamen niet aan de heffing van omzetbelasting onderworpen
indien deze een uitvloeisel zijn van de aan deze lichamen opgedragen
(wettelijke) overheidstaken. Bij deze prestaties is verrekening van
inkoop-omzetbelasting niet toegestaan.
De afnemers van de prestaties kunnen geen omzetbelasting verrekenen
omdat geen verkoop-omzetbelasting in rekening wordt gebracht.
Indien de prestaties een publiekrechtelijk karakter dragen treedt de
overheid als regel dan ook niet als ondernemer op. In geval er echter
sprake is van prestaties waarbij er geen twijfel over bestaat dat de
gemeente niet als overheid optreedt, is zij ondernemer, ook al is de
vergoeding in een belastingverordening geregeld.
Deze situatie doet zich voor bij de reinigingsheffingen.
Voor zover deze dienen als vergoeding voor het ophalen van huisvuil
is geen omzetbelasting verschuldigd. Uit recente uitspraken is echter
gebleken dat voor zoveel deze heffingen betrekking hebben op het
inzamelen en afvoeren van bedrijfsafval middels containers deze onder
bedrijfsmatige activiteiten van de gemeente gerekend worden en derhalve
omzetbelasting verschuldigd is.
De huidige redactie van de Verordening reinigingsheffingen kent geen
mogelijkheden om deze omzetbelasting door te berekenen aan de gebruikers
van containers De verordening zal daarom zodanig gewijzigd moeten worden
dat doorberekening van omzetbelasting wel mogelijk wordt.
Hierdoor zullen de tarieven voor het gebruik en het ledigen van
containers voor bedrijfsafval hoger worden.
De verhogingen bedragen voor:
- het recht voor het beschikbaarstellen van containers 30,10 per
container per jaar;
- het recht voor het ledigen 3,60 per keer.
-Hierbij-