Van de commissie ruimtelijke ordening waren 2 leden van mening,
dat desondanks tot het instellen van Kroonberoep geadviseerd moest
worden, omdat zij het niet eens waren met de gang van zaken
betreffende bedoelde percelen.
Daarentegen was de gevoerde procedure met voldoende waarborgen
omkleed en is ook de nodige zorgvuldigheid betracht.
De conclusie, dat geen kroonberoep ingesteld moet worden is o.i.
dan ook juist en gerechtvaardigd.
Wij stellen u derhalve voor niet tot het instellen van kroonberoep
over te gaan, maar overeenkomstig het bepaalde in artikel 30, lid 1,
van de Wet op de Buimtelijke Ordening een.nieuw bestemmingsplan Vast te
ëtellen voor het gedeelte-waaraan goedkeuring is onthouden.
Burgemeester en wethouders van Hoeven.
Twaalfhoven, burgemeester.
Vergouwen, secretaris.