-2-
In het komplan Hoeven, zoals dat op 28 oktober 1982 is vastgesteld,
was deze bouwkavel niet (meer) opgenomen.
Het wegbestemmen van deze bouwmogelijkheid is nimmer de bedoeling van
het gemeentebestuur geweest.
Immers, als zulks wel het geval zou zijn geweest, was dit facet expliciet
aan de orde gesteld zowel in de publicatie(s)tijdens de informatieavond en
in de toelichting van het bestemmingsplan. Bovendien zou dit nog eens
uitdrukkelijk aan de orde zijn gesteld in de commissievergadering, in het
praeadvies en in de inzendbrief aan gedeputeerde staten.
De andere open ruimten, welke niet bebouwd worden zijn immers ook
besproken.
Zulke ingrijpende zaken dienen altijd aan een beleidsbeslissing ten grond
slag te liggen.
De beginselen van behoorlijk bestuur eisen zulks, terwijl het rechts
zekerheidsbeginsel in deze tot een heroverweging noopte.
Ons college heeft zich dan ook nader beraden en unaniem besloten op
24 december 1982 de zaak alsnog aan gedeputeerde staten voor te leggen.
Nadien werden nog 2 soortgelijke gevallen aangemeld, welke eveneens
aan gedeputeerde staten zijn voorgelegd met het verzoek deze zaken bij de
besluitvorming omtrent de goedkeuring van het bestemmingsplan Kom Hoeven
te betrekken.
Beide besluiten zijn door ons college genomen op resp. 28 oktober 1983
en 2 december 1983.
In het agendadossier treft u alle besluiten met bijlagen aan alsmede
de aan gedeputeerde staten verzonden brieven.
Ten gevolge van de ommissies is nog om een nadere verklaring van
de stedebouwkundige verzocht. Blijkens zijn reactie kon evenwel geen
bevredigend antwoord geformuleerd worden.
Naar onze mening blijkt uit de gevoerde correspondentie overduidelijk,
dat de nadere belangenafweging bij de onderscheidene gevallen op zijn
plaats is (geweest).
Gedeputeerde Staten hebben dan ook hiermede rekening gehouden, zij
het, dat van de zijde van de provincie uitgegaan is van een negatieve
interpretatie, nl. onthouden van goedkeuring aan de desbetreffende
gedeelten.
Overigens is o.i. de geconstateerde fout thans in alle redelijkheid
en billijkheid beoordeeld en enigszins hersteld, waarmee niet alleen het
belang van de individuele burger, maar ook het algemeen belang is gediend.
-Van-