Er is dan ook geen enkel argument aangevoerd, dat aanleiding geeft tot het terugnemen van het huidige ontwerpplan en te komen tot een nieuwe locatiekeuze. Alsdan is een aanwijzing van provinciewege niet uitgesloten. 3. Mevr. De Wolf, Achter 't Hof 16: reclamante is mede-ondertekenaar van een bezwaarschrift d.d. 24 februari 1984, hetwelk strikt formeel van aard is. Desgevraagd licht zij het bezwaarschrift toe. Mevr. De Wolf is ook van mening, dat realisering van het centrum aan Achter 't Hof duurder zal zijn, terwijl de commissie ad hoe destijds onjuist is voorgelicht. Tevens kondigt zij aan, dat eenzelfde bezwaarschrift ook bij de provincie zal worden ingediend. Nieuwe elementen zijn niet toegevoegd, zodat voor wat de nadere toelichting betreft naar het voorgaande verwezen mag worden. Daarnaast zijn nog een tweetal bezwaarschriften ingediend d.d. 6 en 10 maart 1984. Beide bezwaarschriften, ondertekend door resp. 31 en 33 personen be vatten gelijkluidende bezwaren als vorengenoemde bezwaarschriften. Alleen het bezwaarschrift van 6 maart j.l. bevat nog een ander, niet eerder genoemd punt, nl. de vraag of overleg is gevoerd met de toekomstige bewoners van het woonwagencentrum. Bedoeld overleg heeft plaatsgevonden in de vorm van een tweetal brieven van 17 oktober 1983 en 7 februari 1984, waarbij een locatie- schets was gevoegd. Naar aanleiding daarvan heeft een bewoner van het huidige woonwagencentrum zich ter gemeentesecretarie vervoegd met het verzoek om nadere inlichtingen. Nu ook anderszins niet is gebleken, dat de bewoners niet met de nieuwe locatie zouden kunnen instemmen, mag geconcludeerd worden, dat de locatie ook voor hen acceptabel is. De commissie bezwaar- en beroepschriften heeft aan het slot van de hoorzitting bij monde van de voorzitter haar (unaniem) advies uitge bracht, t.w. de bezwaren ongegrond te verklaren. -Aan-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1984 | | pagina 105