I
-7-
Voor zover de bezwaren gelijkluidend zijn aan die door eerstgenoemde
reclamant aangevoerd, wordt naar de behandeling daarvan verwezen.
a.) 23 februari 1984 - waardedaling c.q. waardedrukkend effect
en aankondiging schadeclaim.
- situering van het nieuwe woonwagencentrum mede
in relatie tot de reeds aanwezige woonbebouwing.
Milieuvervuiling e.d. - toekomstig gebruik, vrees voor overlast,
- verkeersveiligheid
- beïnvloeding e.d. in verband met cultuur
en gedragsverschillen.
- vrees voor psychische druk wegens pesterijen,
intimidaties e.d.
Tijdens de hoorzitting stelt reclamant voorts, dat de aanleg van
het woonwagencentrum een waardedaling van zijn onroerend goed tot
gevolg zal hebben, een dergelijk kapitaalverlies acht hij onaan
vaardbaar.
Door de andere cultuur zal z.i. een ongewenste beïnvloeding van
jongeren plaatsvinden.
Bovendien is naar zijn oordeel sprake van grove onzorgvuldigheid
en nalatigheid, doordat de commissie ad hoe tot een onjuiste
beslissing is gekomen, omdat belangrijke informatie is achterge
houden. Bovendien zijn de richtlijnen van provincie en het woon
wagenschap niet opgevolgd, waaraan z.i. de locatie nabij de
St. Bernardusstraat wel voldoet. Bovendien zou die locatie een
kostenbesparing bij de aanleg van ca. 60.000,— opleveren.
Tot slot vraagt hij het ontwerpplan terug te nemen en een nieuwe
locatie, bij voorkeur aan de St. Bernardusstraat, aan te wijzen.
Het facet van de waardedaling en de schadeclaims is reeds toege
licht. Kortheidshalve zij daarnaar verwezen,
- situering in relatie tot de reeds aanwezige woonbebouwing: elke
wooneenheid wordt in welk plan dan ooknaar behoren ingepast.
De onderhavige wooneenheden eveneens waarbij ook uit oogpunt van
privacy een landschappelijke inpassing plaats vindt inclusief
groenvoorziening
Behoudens het feit van een andere woonvorm vindt inpassing,
visuele afscheiding teneinde de .vereiste privacy te bereiken, enz. mid
een visuele afscheiding plaats, conform de overige in het plan
Bovendonk voorkomende wooneenheden.
-toekomstig-