■a Het provinciaal beleid dienaangaande is opgenomen in het op 8 april 1980 vastgestelde Woonwagenplan Noord-Brabant. In hoeverre deze aantallen op gemeentelijk niveau actueel zullen worden, laat zich thans niet beoordelen. Alsdan zijn er in het kader van de rechtsbescherming voldoende waarborgen aanwezig bij de belangenafweging. sub c) - locatie in de 2e fase van het bestemmingsplan "Bovendonk": de huidige locatie is gesitueerd in het gedeelte van het bestemmings plan Bovendonk, dat nog uitwerking behoeft. In het vigerende plan heeft de locatie de bestemming Woonbuurtdoel einden ex. art. 11 W.R.O. Normaliter zou deze uitwerkingsplicht pas na 1 januari 1986 tot stand mogen komen, doch realisering van de nieuwe locatie is dermate urgent, dat daarmede de keuze van een zgn. post zegelplan voldoende is gerechtvaardigd. Bij gelegenheid van de hoorzitting heeft reclamant geen nieuwe argumenten aangevoerd, welke in dit kader nadere toelichting behoeven, behoudens het naar zijn zeggen niet voldoen aan de door de Woonwagen- wet en het woonwagenbeleid gestelde eisen. Zoals ook in de toelichting op het ontwerp-bestemmingsplan is ver woord, wordt wel degelijk aan bedoelde eisen voldaan. Zonder een opsomming daarvan te geven, is de keuze van de locatie o.m. bepaald door: - afwezigheid van verkeersbarrières: geen rijks- of provinciale wegen, spoorweg, kanaal e.d. tussen het woonwagencentrum en de woonbebouwing e.g. scholen, winkels en andere voorzieningen; - afwezigheid van belemmeringen van milieuhygiënische aard: niet te dicht gelegen bij milieuonvriendelijk objecten; - het nieuwe centrum stelt de bewoners in staat om op normale wijze deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en contact te hebben met de plaatselijke bevolking. De locatie voldoet ook overigens aan de criteria. C. van Aert, Achter 't Hof 20: reclamant heeft een vijftal bezwaar schriften ingediend, waarbij 2 identiek zijn en de overige soortgelijke bezwaren bevatten. -Voor-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1984 | | pagina 102