-3- 7. Werkgelegenheid is met uitzondering (voorlopig) van de sloop- en werkterreinen voor woonwagenbewoners, geen aangelegenheid van het woonwagenschap 8. Het sociaal-cultureel (woonwagen) werk te Bergen op Zoom en te Roosendaal wordt ingepast in de in die gemeente bestaande structuren. Indien het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur een rijksbijdrage zal blijven verlenen, dan zet het woonwagenschap de subsidiëring van de regionale aandachtsfunctie voort. Bezien moet worden of het samenwerkingsverband van beide stichtingen woonwagenwerk zodanig moet worden geformaliseerd, dat het als formele werkgever van de aandachtsfunctionaris kan functioneren. De coördinatie-commissie en de werkteams. ingesteld door het woonwagenschap, worden opgeheven. Iedere gemeente neemt deze coördinatie over waar het de eigen in wagens wonende inwoners betreft. 9. Woonwagenbewoners zijn feitelijk inwoners van een gemeente. Dat betekent dat zij (net als alle andere inwoners van die gemeente) rekening moeten houden met de door het gemeentebestuur gegeven spelregels (en met de spelregels die op andere niveaus worden gegeven). Het toezicht op het naleven van die spelregels berust bij de instanties die de spelregels vaststellen. De Gebruiks- verordening Woonwagencentra West-Brabant wordt ingetrokken. Het woonwagenschap beperkt zich tot het geven van regels m.h.t. het gebruik van de standplaatsen zelf. Op 18 september 1981 stemde het algemeen bestuur van het woon wagenschap in met de in die 9 afspraken neergelegde taakverdeling tussen gemeenten en woonwagenschap, waarna bij brief van 28 september d.a.v. het standpunt van de raden van de deelnemende gemeenten werd gevraagd. Vrijwel alle gemeenteraden aanvaardden die 9 afspraken. Ook uw raad stemde in uw vergadering van 29 oktober 1981 met die afspraken, in, omdat daarmee een zeer reële en aanvaard bare verdeling van de verantwoordelijkheden op het gebied van het woonwagenbeleid wordt bereikt. In zijn vergadering van 3 juni 1982 heeft het algemeen bestuur besloten, dat de gemeenschappelijke regeling in de zin van de door het dagelijks bestuur uitgebrachte nota zou moeten worden gewijzigd, zodat de gewenste ontwikkeling ook formeel wordt vastgelegd. -Op-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1983 | | pagina 75