GEMEENTE HOEVEN
Agendanr. Raadsvergadering d.d. 24 februari 1983.
Onderwerp: Voorstel tot verkoop van grond in het bestemmingsplan Bosschenhoofd-
West-II
HOEVEN, 18 februari 1983.
Door een aantal bewoners van de Beatrixstraat is verzocht of de
mogelijkheid aanwezig is een strook grond met een diepte van 10 meter,
gelegen achter hun woning te kunnen kopen. Het betreft de grond achter
de woningen Beatrixstraat 5 t/m 15 en 25 t/m 37 (oneven).
Aan laatstgenoemde bewoners hebben wij de grond bij schrijven
d.d. 1 juli 1982 te koop aangeboden voor de prijs van 75,
2
per m exclusief B.T.W.
Deze prijs was conform de kostprijscalculatie voor het bestemmings
plan Bosschenhoofd-West II, zoals die door de Centrale Directie van de
Volkshuisvesting op 18 maart 1982 is vastgesteld.
Op 25 mei 1982 hebben wij aan de Centrale Directie verzocht de
grondprijs voor deze strook te verlagen.
Op dit verzoek is op 8 juli 1982 een positieve beslissing
genomen, in die zin dat de grondprijs is vastgesteld op 50,
exclusief B.T.W.
Het gevolg van deze verlaging was een verhoging van de kavelprijs
van de woningwetwoningen van 12.790,naar 13.220,exclusief
B.T.W.
Een verdere verlaging van de grondprijs zou derhalve een
verhoging van de kavelprijs van woningwetwoningen tot gevolg hebben.
Dit zal door de Centrale Directie van de Volkshuisvesting nimmer worden
getolereerd omdat dit een huurverhoging van de woningwetwoningen tot
gevolg zal hebben.
Ter zake van een mogelijke verlaging van de grondprijs heeft
heden nog overleg plaatsgevonden met de Centrale Directie van de
Volkshuisvesting en de Provinciale Griffie.
De Centrale Directie heeft geadviseerd niet beneden de vast
gestelde prijs te verkopen, omdat een omslag op de grondprijs van
premie- en vrije sektorwoningen niet in het belang van de volkshuis
vesting is.
Ook bij de provinciale griffie wordt gesteld dat, hoewel
uw raad autonoom is, een afwijking van de kostprijsopzet niet zonder
meer tot goedkeuring leidt. Een afwijking hiervan is niet in het
financiële belang van de gemeente. Om aan te tonen dat dit belang niet
wordt geschonden, zou een herziene kostprijsopzet noodzakelijk zijn,
hetgeen tot uiting zal dienen te komen in de kavelprijzen