GEMEENTE HOEVEN
-2-
Om in 1984 een gelijke opbrengst te verkrijgen voor categorie A moet
het tarief worden vastgesteld als volgt:
1. zakelijk gerechtigden-belasting
363.909.000 3.000 121.300 x y 505.804
y 505.804 121.300 4,17.
2. qebruikersbelastinq
360.791.000 3.000 120.200 x Z 399.753
Z 399.753 120.200 3,33.
Aangezien de totale gecorrigeerde vervangingswaarde van het
incourante goed op 26.700.000,is getaxeerd, zal dit goed
(categorie B), op basis van genoemde tarieven, opbrengen:
3. zakelijk qerechtiqdenbelastinq
26.700.000,-- 3.000 8.900 x 4,17 37.113,—
4. qebruikersbelastinq
26.700.000 3.000 8.900 x 3,33
totaal
De meeropbrengst is derhalve 66.750,- 40.314,26.436,
Het geringe verschil met de uitkomst van de berekening is veroorzaakt
door afrondingsverschillen.
Wij stellen u voor, de tarieven voor 1984 vast te stellen op
4,17 voor de zakelijk-gerechtigden en op 3,33 voor de
gebruikers.
Burgemeester en wethptf^ers van Hoeven.
(meester,.
29.637,—
f_66±750lZZ
AgendanrX6. Raadsvergadering d.d. 29 september 1983.
Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van een Verordening toeristenbelasting
en van het aangiftebiljet 1984.
HOEVEN, 16 september 1983.
Bij koninklijk besluit van 23 november 1982, nr. 4., is goed
keuring verleend aan uw besluit van 30 september 1982 tot 6e wijziging
van de Verordening toeristenbelasting.
Mede namens de staatssecretaris van binnenlandse zaken hebben
gedeputeerde staten van Noord-Brabant bij brief van 1 februari 1983
daarbij enkele opmerkingen geplaatst.
De eerste opmerking betreft het ontbreken van een bepaling, die
toestaat, van een forfaitair tarief geen gebruik te maken, wanneer
een belastingplichtige aantoont, dat het aantal overnachtingen lager
is dan dat, waarop het forfaitaire tarief is gebaseerd. Hij moet
dan bij zijn aangifte verzoeken, met dat lagere aantal rekening
te houden. De staatssecretaris beveelt de opneming van een derge
lijke bepaling aan.
De tweede kanttekening betreft de uitzondering op het basis
tarief, die geldt voor personen die deel uitmaken van bijzondere,
onder leiding staande groepen van tenminste acht personen,
leidinggevende personen inbegrepen. De staatssecretaris verwijst
daarbij naar een rapport van de Interdepartementale Commissie
Inkomensprijzen, waarvan de conclusies op 13 september 1982 door de
Ministerraad zijn onderschreven. Het rapport legt er de nadruk op,
dat het hanteren van draagkracht bij tariefstelling om principiële
redenen beperkt dient te blijven tot de centrale overheid.
"Het tarief ware derhalve op te trekken (wellicht gefaseerd) tot
het basistarief", aldus de staatssecretaris.
Gedeputeerde staten voegen tenslotte aan de brief toe, dat de
leesbaarheid van de verordening zou worden bevorderd door deze
in zijn geheel opnieuw vast te stellen, mogelijk conform de model
verordening van de V.N.G.
Naar aanleiding van het bovenstaande hebben wij een nieuwe
verordening ontworpen, die wij u ter vaststelling aanbieden.
In de nieuwe verordening is met de opmerkingen van de staats
secretaris rekening gehouden. Wij verwijzen hiervoor naar artikel 7,
dat de mogelijkheid inhoudt om rekening te houden met een aantoon
baar lager aantal overnachtingen dan ten grondslag ligt aan
-het-