11
GEMEENTE HOEVEN
1
I
Agendanr. 15, Raadsvergadering d.d. 29 september 1983.
Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van de Verordening onroerend-
goedbelastingen (1984).
HOEVEN, 16 september 1983.
Bij besluit van 30 september 1982 hebt u de Verordening onroerend-
goedbelastingen (1984) vastgesteld. Het voornaamste doel van de
nieuwe verordening was, de taxatiedatum zodanig te formuleren, dat
na de taxatiewerkzaamheden nog voldoende tijd zou overblijven om
tijdig de nieuwe tarieven te kunnen vaststellen, d.w.z. vóór het
jaar waarvoor zij gelden.
De beoordeling van uw besluit is door de minister van binnenlandse
zaken opgeschort totdat de definitieve waarde in het economische
verkeer zou vaststaan en de uiteindelijk toe te passen tarieven
zouden zijn vastgesteld.
Dit kon uiteraard pas geschieden na voltooiing van de hertaxatie,
waarmee in het voorjaar is begonnen.
Intussen is, kort nadat uw besluit ter goedkeuring was ingezonden,
een wijziging aangebracht in het Besluit gemeentelijke onroerend-
goedbelastingendie een herziening van de pas door u vastgestelde
verordening noodzakelijk maakte. De wijziging van het Besluit had
betrekking op de afbakening van het begrip "onroerend goed" en op
de factorentoekenning bij de oppervlaktegrondslag. Aangezien in onze
gemeente de waardegrondslag geldt, kon-de toetsing van de plaatselijke
verordening aan het gewijzigde Besluit beperkt blijven tot de regeling
van de afbakening van het belastingobject.
De wijziging van bovengenoemd Besluit dateert van 6 september
1982 en is bekend gemaakt door plaatsing in het Staatsblad van
3 oktober 1982, nr. 541. De wijziging trad op 7 oktober in werking
en vindt toepassing met ingang van het belastingjaar 1983.
In de bestaande verordening is als een onroerend goed terzake waarvan
de belastingen worden geheven, aangemerkt een gebouwd eigendom met
zijn gebouwde aanhorigheden - daaronder begrepen de ondergrond van die
eigendom en die aanhorigheden - en met zijn ongebouwde aanhorigheden.
-Hieruit-