GEMEENTE HOEVEN
Agendanr. 6.Raadsvergadering d.d. 29 september 1983.
Onderwerp Voorstel tot toepassing art. 127a gemeentewet.
HOEVEN, 9 september 1983.
In verband met de ontslagaanvraag van de huidige gemeente
ontvanger, tevens chef van de afdeling financiën, hebben wij
ons beraden over de vraag, of de functie van gemeenteontvanger moet
worden behouden, danwel of de organisatie van de financiële
administratie en van het kasbeheer op andere wijze moet worden
geregeld dan thans formeel het geval is.
Artikel 2 van de gemeentewet bepaalt, dat in elke gemeente een
secretaris is en een ontvanger.
In de gemeentewet van 1851 ging Thorbecke ervan uit, dat de
financiële administratie zou moeten worden geconcentreerd bij de
ontvanger, die zou zorgen voor het binnenkomen van alle inkomsten
en ontvangsten van de gemeente en aan wie het doen van uitgaven
was opgedragen. Door deze constructie waren aanvankelijk het
kasbeheer en de boekhouding van de gehele gemeentelijke huishouding
in de persoon van de gemeenteontvanger verenigd.
De ontwikkeling van de gemeentelijke diensten en bedrijven in de
tweede helft van de 19e en het begin van de 20e eeuw leidde er
echter in de praktijk toe, dat naast de gemeenteontvanger ook andere
kasbeheerders werden aangesteld.
In 1909 werd deze onwettige toestand door de opneming in de
gemeentewet van artikel 114 bis (thans vervallen) gesanctioneerd.
Dit artikel droeg er mede toe bij, dat aan de betekenis van de
ontvangerstaak in vele gemeenten afbreuk werd gedaan. Van de moge
lijkheid om het kasbeheer en de boekhouding van de takken van
dienst aan anderen dan de ontvanger op te dragen werd namelijk een ruim
gebruik gemaakt. De functie van de ontvanger ontplooide zich als
gevolg hiervan in het algemeen niet in die mate als anders het
geval zou zijn geweest.
Ook na 1909 is de inrichting van de gemeentelijke financiële
administratie telkens weer een onderwerp van discussie geweest.
-Zo-