Het is niet reëel, mede gelet op bovenstaande overwegingen, binnen de door
reklamant genoemde bestemmingen enige bedrijfsuitbreiding alleen mogelijk
te houden via een artikel 11.-procedure.
In de kom Bosschenhoofd kunnen dit soort ontwikkelingen, zoals de uit
breiding of vestiging van een garagebedrijf, toch zo maar niet worden
tegen gehouden. Er is hier sprake van een in het verleden gegroeide
situatie, die weliswaar voor de Waterleidingmaatschappij minder ideaal
is, maar waarmee wel degelijk rekening moet worden gehouden. In dergelijke
gevallen zal het streven er op gericht moeten zijn met gebruikmaking
van artikel 47 een situatie te kreëren, die eventueel door middel van het
aanbrengen van extra voorzieningen voor de Waterleidingmaatschappij
acceptabel zal zijn.
N.V. Nederlandse Gasunie, Noord-Brabantlaan 265 te Eindhoven.
De Nederlandse Gasunie maakt bezwaar tegen het plan, omdat een binnen het
plangebied gelegen gastransportleiding niet op de plankaart is aange
geven. Naar onze mening dient deze leiding alsnog te worden opgenomen en
wel op dezelfde wijze als dit is gebeurd in het ontwerp-bestemmingsplan
Buitengebied.
A.L.M. Dielemans, te Ontario, Canada.
De heer Dielemans heeft er bezwaar tegen dat het onderhavige bestemmings
plan de bouw van een woning op de percelen sektie G. nrs. 1202 en 2410
nabij de hoek Bosschenhoofdsestraat/Willeke Joostenstraat niet toelaat.
Deze percelen, die eigendom zijn van de heer Dielemans, hebben de bestemming
Agrarisch gebied zonder bebouwing gekregen, hetgeen betekent dat de bouw van
een woning niet mogelijk is.
De betreffende gronden zijn gelegen buiten de woonkern Bosschenhoofd
en komen in de toekomst niet voor bebouwing ten behoeve van dorpsuit
breiding in aanmerking. De percelen maken derhalve deel uit van het gebied
dat is te beschouwen als het overgangsgebied tussen kern en buitengebied.
In zo'n gebied wordt evenals in het buitengebied het oprichten van
burgerwoningen onaanvaardbaar geacht, omdat anders een versnippering
van de kernbebouwing zal ontstaan. Een dergelijke deconcentratie van
de woonbebouwing buiten de woonkern moet uit stedebouwkundig oogpunt
worden afgewezen. Overigens kan vermeld worden dat het hier niet gaat
om een opvatting alleen van de gemeente Hoeven, maar om een opvatting
die reeds landelijk is aanvaard.
-Deze-