I A tt -3- C. Van waardevermindering (bezwaar sub 3) kan dan ook nauwelijks sprake zijn, omdat kan worden gezorgd, dat de bedrijfs activiteiten zich goed verhouden met de woonfunctie in de directe omgeving. Ook de noodzaak van een bufferzone tussen industrieterrein en woonbebouwing (bezwaar sub 6) wordt niet gezien, nu het beleid erop is gericht, dat het terrein bezet zal worden door bedrijven die vanuit planologisch oogpunt toelaatbaar zijn onder, tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing. Een botsing van belangen van bedrijven en bewoners (bezwaar sub 7) is niet te verwachten. De begrenzing van het oppervlak dat eventueel voor bedrijven kan worden bestemd, ligt vast, terwijl de voorschriften een voldoende waarborg zijn dat bedrijfsuitoefening en een goed woonmilieu samen kunnen gaan. De autosloperij (bezwaar sub 8) is een al langer bestaande situatie en vanuit dat gezichtspunt zal dit gebruik ook in de toekomst mogelijk moeten zijn, zij het dan onder de nodige beperkingen. Bij de hoorzitting zijn overigens geen argumenten te berde gebracht, die aanleiding geven tot wijzigingen c.q. aanpassingen. 2. Bezwaarschrift van N.V. Waterleidingmij Noord-West-Brabant, Doornboslaan 37 te Breda. De waterleidingmaatschappij maakt een aantal opmerkingen, voor namelijk m.b.t. de tekst van de voorschriften en wel direct verband houdend met de ligging van het plangebied binnen de beschermingszones van het waterwingebied. A.-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1982 | | pagina 55