'1 (I ji k -2- 5. Vestiging van bedrijven in woongebied zal een waardevermindering van het bestaande onroerend goed ten gevolge hebben; 6. Noodzakelijke bufferzone tussen wonen en industrie zal teniet gaan; 7. Belangen van bedrijven en bewoners zijn nu eenmaal tegenstrijdig en zullen gaan botsen; 8. Woonmilieu ter plaatse is reeds zwaar belast in verband met aanwezig heid autosloperij. A. Aan de bezwaren sub 2 en 4 kan worden tegemoet gekomen door te bepalen, dat de ontsluiting van het terrein geschiedt via de Pastoor van Breugel- straat. De voorschriften ter zake stroken niet met de plankaart, waarop de ontsluiting wel is geprojekteerd op de Pastoor van Breugelstraat. Aanpassing van de voorschriften heffen deze bezwaren op. Aan de bezwaren sub 1 en 3 kan tegemoet worden gekomen door in de voor schriften een regeling voor de te vestigen bedrijven op te nemen, welke regeling is gekoppeld aan de Staat van inrichtingen. Daarmede wordt voldoende duidelijkheid geschapen, aangezien ook bepaalde categorieën worden uitgesloten. Deze regeling kan voor alle bedrijfsbestemmingen gelden met de volgende beperkingen: Lokale bedrijven (LKB)categorie 1 en 2 met vrijstellingsmogelijkheid voor categorie 3. Bedrijfsdoeleinden (B): categorie 1 en 2 met vrijstellingsmogelijk heid voor categorie 3. Kleine bedrijven 1 (KBl)categorie 1 met vrijstellingsmogelijkheid voor categorie 2. Kleine bedrijven 2 (KB2): categorie 1 met vrijstellingsmogelijkheid voor categorie 2. Aan de vrijstellingsmogelijkheid zijn de volgende voorwaarden verbonden: a. de bedrijven moeten qua hinder naar de aard gelijk te stellen zijn met bedrijven in een categorie van lagere orde. b. vooraf dient de inspecteur van de Volksgezondheid en Milieuhygiëne in de Provincie Noord-Brabant te worden gehoord. -c.-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1982 | | pagina 54