jt -2- De voorkeur van het Streekgewest zou hierbij uitgaan naar een opname van de lokaties door Gedeputeerde Staten in het streekplan. Op grond van het uitwerkingsplan zouden G.S. aan het betrokken gemeentebestuur een bindende aanwijzing kunnen geven. Een andere mogelijkheid is gelegen in een wijziging van de gemeenschappelijke regeling, welke later zal volgen ter uitvoering van het bepaalde in de artikelen 15 en 16 van de Afvalstoffenwet. De kosten voor de uitvoering van het onderzoek zullen vrij aanzienlijk zijn. Voor een raming van deze kosten verwijzen wij naar de in het agenda- dossier ter inzage liggende ontwerp wijziging van de streekgewestelijke begroting voor 1982. Aan Gedeputeerde Staten zal worden gevraagd of op basis van de provinciale bijdrageregeling een bijdrage in de kosten van het onderzoek kan worden verleend. De ten laste van het Streekgewest blijvende kosten zullen ten laste worden gebracht van de exploitatiekosten van de stort plaatsen), d.w.z. dat de kosten zullen worden doorberekend in de stort- tarieven. Met de door het Streekgewest voorgestelde financieringswijze, zoals nader toegelicht bij eerdergenoemde begrotingswijziging, worden de kosten evenredig over de gebruikers verdeeld. Momenteel heeft onze gemeente nog een contract met de Grontmij N.V. voor het storten van vaste afvalstoffen op de stortplaats te Bavel. Omdat dit contract eind 1983 afloopt, hebben wij aan de Grontmij N.V. verzocht of in principe vanaf 1984 contractverlening mogelijk is, indien in streekgewestelijk verband nog geen oplossing is gevonden. Een gelijk luidend verzoek is gericht aan het Stadsgewest Breda en aan Gedeputeerde Staten, omdat deze instanties eveneens hun toestemming dienen te verlenen. Het Stadsgewest Breda heeft inmiddels medegedeeld dat het beleid erop is gericht te komen tot een afbouw van afvalstromen, afkomstig van buiten het stadsgewest. Dit betekent dat bestaande contracten met buitenregionale storters in het algemeen niet voor verlenging in aanmerking komen. Indien echter na afloop van het huidige contract mocht blijken dat in streekgewestelijk verband geen alternatieve verwerkingsmogelijkheid voor handen is, dan is het Stadsgewest wel bereid hun standpunt te her overwegen. Het college van Gedeputeerde Staten heeft op ons verzoek nog niet gereageerd. Gelet echter op het bestaande contract, dat eind 1983 afloopt, is het ook voor de gemeente Hoeven van belang in de eerste fase van het provinciaal afvalstoffenplan (1982-1987) in streekgewestelijk verband een onderzoek te verrichten naar toekomstige lokaties voor stortplaatsen, zodat tijdig alternatieven beschikbaar komen.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1982 | | pagina 43