a
GEMEENTE HOEVEN
Agendanr. 5.
Raadsvergadering d.d. 25 februari 1982.
Onderwerp: Voorstel tot het ongegrond verklaren van het beroepschrift en tot af
wijzing van een verzoek om ontheffing ingevolge de algemene verkoop
voorwaarden bouwgrond.
HOEVEN, 19 februari 1982.
Bij brief d.d. 17 september 1981 heeft mr. P.J.C.D. van Dijk,
namens zijn cliënt de heer J.J.C. van den Bosch, een nieuw verzoek
ingediend om ontheffing van de algemene verkoopvoorwaarden bouwgrond,
voor wat betreft de termijn waarbinnen de woning gerealiseerd diende te
zijn.
In antwoord op dit verzoek hebben wij de juridisch vertegenwoordiger
van de heer van den Bosch d.d. 13 november 1981 (verzonden 16 november
1981) medegedeeld dat wij niet bevoegd zijn dit verzoek in te willigen,
omdat dit in stijd zou zijn met eerdere beslissingen van uw
raad
Het verzoek om uitstel, ingediend door de heer van den Bosch
d.d. 17 juni 1980 heeft in uw vergadering d.d. 26 juni 1980 geleid tot
het besluit om tot 6 maart 1981 uitstel te verlenen van de termijn
waarbinnen de woning gerealiseerd diende te zijn.
Omdat de bouw van de woning op 6 maart 198.1 nog niet voltooid was,
hebben wij de overeengekomen boete gevorderd van één procent van de
koopsom per dag, ingaande 6 maart 1981 tot en met 21 mei 1981.
Op 21 mei heeft uw raad besloten een civiele procedure aan te gaan.
Gelet op deze besluiten zijn wij niet bevoegd een nieuw verzoek
om ontheffing in te willigen.
Tegen deze beslissing heeft mr. van Dijk d.d. 14 december 1981,
namens zijn cliënt, beroep ingesteld ingevolge artikel 14 van de
algemene verkoopvoorwaarden bouwgrond.
In het beroepschrift wordt gesteld dat uw raad ter zake van het
verzoek om ontheffing nog geen beslissing heeft genomen.
In uw vergadering van 26 juni 1980 hebt u echter reeds besloten
uitstel te verlenen tot 6 maart 1981.
Voorts wordt in het beroepschrift verwezen naar het gelijkheids
beginsel. Meerdere burgers zouden de bouwterm!jnen hebben overschreden,
terwijl tegen hen geen maatregelen zijn genomen.
-Indien-
