Hierbij is wel gesteld dat van de gemeenten niet mag worden verwacht dat er taken worden opgevat, waarvan het rijk vindt dat ze moeten worden beëindigd. Ook is gesteld dat men de deelneemsters en de gemeenten niet met een lastenverzwaring wil confronteren. Alternatieven kunnen echter niet worden geboden. De conclusie daaruit is dat het onderzoek in onze streek per 1 januari 1983 zal worden beëindigd als onvermijdelijk gevolg van de wijziging van het rijksbeleid. Als gevolg van de beëindiging van het onderzoek zullen administratieve en verpleegkundige medewerkers, die niet elders in het gemeentelijke apparaat kunnen worden geplaatst, moeten worden ontslagen. De kosten daarvan zullen door het Streekgewest moeten worden gedragen. Het belangrijkste gevolg is echter het wegvallen van deze onderzoeksmogelijkheid voor de betrokken vrouwen. Ter zake heeft via persberichten reeds voorlichting plaatsgevonden. Thans vraagt het Streekgewest aan de betrokken gemeenten om een reaktie te geven op het voornemen het onderzoek te beëindigen, terwijl hiertoe bovendien een besluit van de raden (die ook hebben besloten tot het opdragen van het onderzoek aan het Streekgewest) noodzakelijk is. De op deze aangelegenheid betrekking hebbende bescheiden zijn voor u in het agenda-dossier ter inzage gelegd. Ten aanzien van het vorenstaande willen wij stellen dat ook wij de beëindiging van het onderzoek op baarmoederhalskanker betreuren, maar dat een onderzoek op eigen kracht tot een onacceptabele lasten verzwaring leidt. Nu, gezien de reaktie van het ministerie, het voorgenomen rijksbeleid niet zal worden gewijzigd, is het onvermijdelijk te moeten besluiten om het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker te beëindigen. Wij stellen u voor aan het Streekgewest mede te delen, dat wordt ingestemd' met de beëindiging van het onderzoek. Burgemeester en wethouders van Hoeven. Twaalfhoven, burgemeester. Vergouwen, secretaris.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1982 | | pagina 347