GEMEENTE HOEVEN
Agendanr. 22. Raadsvergadering d.d. 18 november 1982.
Onderwerp: Voorstel tot het treffen van een dading in de civiele procedure
tegen de heer J. van den Bosch.
HOEVEN, 12 november 1982.
In uw vergadering d.d. 21 mei 1981 hebt u besloten tot het aan
gaan van een civiele procedure ter invordering van de door de heer
J.J.C. van den Bosch verschuldigde boete wegens overschrijding van
de termijn, waarbinnen zijn woning aan het Nassaupark te Bosschenhoofd
voltooid diende te zijn.
In deze procedure hebben de conclusiewisselingen plaatsgevonden
en zijn 12 oktober 1982 de pleidooien gehouden voor de arrondissements
rechtbank te Breda.
Gelet op de stukken en op hetgeen in de pleidooien naar voor is
gebracht heeft de meervoudige kamer van de rechtbank geadviseerd
in deze zaak tot een minnelijke schikking te komen.
Op het advies van de president van de rechtbank, die ook het
schikkingsbedrag heeft genoemd, heeft mr. Van Dijk (de advocaat
van de heer Van den Bosch) aan de advocaat van de gemeente een
voorstel gedaan.
Doordat wederpartij bereid is een gedeelte van de verschuldigde
boete te voldoen, vindt onzes inziens een voldoende erkenning plaats
van de "algemene verkoopvoorwaarden bouwgrond".
Het doel van deze voorwaarden is immers dat op door de
inwoners gekochte bouwgrond een woning ten eige behoeve wordt
gebouwd. In het onderhavige geval is dit doel, zij het met enige
vertraging, bereikt. In feite is door deze vertraging
door de gemeente geen direkte schade geleden.
Het motief van de Rechtbank om een schikking te adviseren
was met name gelegen in het feit dat de Rechtbank opperde of de
gemeente belang heeft bij een conflict als het onderhavige met één
van haar burgers en of het voor de gemeente wellicht niet
belangrijker was het feit dat haar beslissing gehonoreerd wordt
door een betaling als zodanig, dus niet zozeer door de hoogte
daarvan.
-Door-